Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] Laat uw kaarsen brandende zijn C.R. de Jong (Luc. 12:35). Heer, wij gaan door donkere straten En dragen de kaarsen dicht tegen ons aan, Want om de hoeken staan -, die U haten -, De winden gereed om ons licht uit te slaan. Zoodra we maar even de vlammen zien beven, staat reeds onze hand als een muur om hen heen. Wij moeten behouden, wat God heeft gegeven! Al zijn 't er maar wein'ge, al is 't er maar één! Bekeer u! ik zeg u, bekeer u! gij dwazen! Hef hoog uw kaarsen in regen en wind! God heeft ze ontstoken, God zal ze doen branden! Geloof slechts in Hem, geloof als een kind! Vorige Volgende