‘Wee U.....’
Bert Bakker
Heer, als wij bidden voor ons dagelijksch brood
zijn wij niet beter dan de jood
en Judas, die aan U den dood
verrichtten en U laf en smadelijk verrieden.
Wij zijn niet beter, Heer, maar veeleer slechter,
want zeker was hun haat oprecht en véél oprechter,
dan onze liefde en het vuur,
waarmee wij - maar in naam - verbeten voor U vechten.
Wat zij eenmaal misdreven, doen wij ieder uur.
Heer, als wij bidden, meer uit zelfzucht dan voor derden,
die buiten schuld berooid en werkloos werden,
vergeet dan niet, dat zelfzucht ménschelijk is.
En, immers, voor elk kwaad - ook dit - schenkt Gij vergiffenis.
En als wij bidden, laat het dan zóó zijn:
- maak daartoe eerst onszelf en onze harten klein -
niet voor een bontjas, Heer, maar voor de bedelaars,
die in portieken en plantsoenen slapen,
en voor de schooiers en gedwongen slenteraars,
die naar de sintels en het afval rapen.
Geenszins uit luxe, Heer, of louter uit genoegen,
maar bij gebrek aan warmte en aan brood,
omdat zij nimmer ondersteuning vroegen,
en wij hen lieten in hun diepsten nood.
Wat zijn wij anders, Heer, dan hypocrieten,
dan Farizeërs, priesters en levieten,
| |
en nooit barmhartig als de Samaritaan!
Heer, als wij bidden, laat ons dan niet staan,
want - zelfs bij ons - berouw komt nooit te laat; wel altijd achteraan.
En dan tenslotte, Heer, als wij zóó bidden,
misschien, misschien, dat Gij ons hoort en in ons midden
weer met ons zijn en woning maken zult.
Alleen, Heer, kàn het zijn, heb nog geduld
met ons hebzuchtig hart en...... leer ons bidden!
Luc. 11:39-54.
Voor Dr. M.J.A. de Vrijer.
|
|