Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Geteekenden T. Lammers Wij zijn de zeelui aan de wal, ons is de kalme deining van de veilige rivieren liever dan de zee, wij minden het varen enkel om het passagieren. En onze schuit ligt stil. Wel draagt de steven van Uw verbond het dreigend teeken. Het brandt. Maar nauwelijks aan de havenkant zijn wij bekoord, bezweken. Gij hebt eens op een vreemde reis Uw naam gloeiende in het hout gekorven. Het deed ons pijn - toen is het schaarsch gebed onvolboren in het hart gestorven. God, tooi Gij onze zwakke schuit met wimpels van vertrouwen en hijsch het zeil en gooi de touwen los en houd het roer, dan varen wij met volle zeilen de haven uit! Vorige Volgende