Opwaartsche Wegen. Jaargang 12(1934-1935)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] [Gedichten van Elly van Buuren] Herfstliedje Elly van Buuren Het zingen van de herfst is altoos een der wijzen die wij het zuiverste verstaan, wijl op dit rythme onze harten slaan zwervende op de grens van het bestaan. Op deze wijs wordt dood en leven eender: er is geen vrucht, tenzij wij ondergaan. [pagina 42] [p. 42] De profundis Elly van Buuren Heer, in ons woont en heerscht de laffe vrees en 't maatloos zelfbeklag om Uw erbarming, zoo hunkerend ontbeert een vrouw d'omarming, waar zij getroost, doch weerloos uit verrees. Wie gordt nog onze dadeloosheid aan met nieuwe kracht tot dwaze idealen? O, om nog eenmaal roekloos te verdwalen en onverwacht op heilgen grond te staan! Naakt zijn wij in Uw onmeedoogend licht, doch hebben het elkander sluw verholen door op dit zinloos feest te dansen met gestolen maskers voor een geheimloos aangezicht. Wij doen tot aan het bitter einde mee en schoon Gij ons dit huichlen zult verwijten durven wij zelfs om Uw erbarming pleiten: Heer spaar ons in het laatste démasqué. Vorige Volgende