Opwaartsche Wegen. Jaargang 11(1933-1934)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 408] [p. 408] [Gedichten van Bert Bakker] In memoriam Bert Bakker Zij had haar heimwee naar het leven overwonnen. En zich aandachtig op het sterven voorbereid. En zoo - volkomen losgemaakt van aarde en van tijd - Is zij gerust den overtocht begonnen. Wij hadden voor het laatst ons om haar bed verzameld. En aan ons allen viel het afscheidnemen zwaar. Maar zij bleef onaantastbaar voor ons rouwmisbaar, En heeft alleen verrukt ‘vaarwel’ gestameld. Zij was nog jong - àlles aan haar Was jong en even broos en breekbaar als doorschijnend glas. Wij wisten niet, dat het zòò moeilijk was, Te zeggen: Vader, neem haar maar. Nòg zeggen wij: Uw wil is goed. Zij leeft in licht en zonder pijn en hinder. Maar dagelijks wordt ons moede hopen minder, Haar éénmaal weer te zien en dan voorgoed. [pagina 409] [p. 409] Regenlied Bert Bakker Vaak ligt zij stil en luistert naar den regen, Die recht en ruischend langs haar venster stroomt. Zij weet dan niet meer of zij waakt of droomt, En of de boomen stilstaan of bewegen. Het is zoo vreemd: dit onophoudelijk zingen. Altijd hetzelfde lied - Voorbij haar open raam. Het waait naar binnen en het raakt haar aan. Het maakt zichzelf vertrouwd met alle dingen. Zoo duurt het door - Zoo zal het lang nog duren. Zij weet, dat zij het niet ontkomen kan, Vóórdat zij sterven gaat - En dan Zal het nòg bij haar zijn - tot in haar laatste uren. Maar als zij eindelijk afscheid heeft genomen En door een engel zacht is weggeleid, Zal er het ééuwig zingen komen, Waartoe dit haar heeft voorbereid. Vorige Volgende