Opwaartsche Wegen. Jaargang 11
(1933-1934)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 393]
| |
De gekruiste waarheidGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 394]
| |
in hem heeft geloofd, verraadt hem tenslotte. En dan bergt Niels zich tenslotte maar in de school en laat de illusie los. Dit is niet zo maar een aanval op de toneelwereld, als zou daar voor waarachtig talent en levenszuiverheid geen plaats zijn. We voelen in de onverbiddelikheid, waarmee ook de besten Niels alleen laten staan, zodat hij ten slotte zich wenden moet naar de kinderen, de algemeengeldigheid van de wet, dat de waarheid hier op aarde steeds weer gekruisigd wordt. In dit boek wordt getekend het bankroet der goede bedoelingen, en van het zo begrijpelik, maar toch onvergefelik bukken voor de dwingende situatie. Dat ik toch tegenover dit boek in de oppositie kom, ligt dan ook niet in de wijze waarop de vele personen van het tweede plan worden getekend of in het oordeel, dat over hen allen gaat. Het ligt veeleer in de opvatting, dat een man van de zuiverheid van Niels meent, dat de waarheid niet gewelddadig in het leven der anderen mag ingrijpen, maar dat deze door ieder voor zich zelf verworven moet worden. Hij laat Esther ten onder gaan, hoewel een enkel woord van hem haar had kunnen redden. Het is niet de boodschap, die onze tijd nodig heeft. Het gaat uit van de veronderstelling, dat elk individu zo'n heiligdom is, dat het in alle opzichten moet worden ontzien, ook als we weten, dat anderen bezig zijn het te ontheiligen. Waarachtigheid heeft geen lijdelike taak, maar de plicht zich te laten gelden, opdat het kwade door het goede worde overwonnen. |
|