Opwaartsche Wegen. Jaargang 11(1933-1934)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 270] [p. 270] [Gedichten van Muus Jacobse] Brandende kerk Muus Jacobse 's Nachts tegen twaalven werd het druk op straat. Wij schrokken wakker uit de mijmeringen Van onze donkre huizen, en wij gingen, Allen, zonder een vraag waar heen het gaat. Want onweerstaanbaar trokken de gezichten Naar deze vreemde hoge vuurkolom: Een kerk die in de nacht vergeten stond, Maar nog ééns laaiende een stad verlichtte. [pagina 271] [p. 271] De kinderen Muus Jacobse De kleine zielen zijn door God gemaakt, En God heeft ze geroepen in de tijd Tot kinderen van zijn eenvoudigheid, Waarin de grote wereld niet ontwaakt. Wij hebben hun ogen verschrikt gemaakt Met ons verlangen en met onze strijd, Want God heeft ze geroepen in de tijd Om niets te weten dat onzuiver maakt. God die de kleinen maakt en ook de andren, Gij hebt ons allen, allen liefgehad, Geef dat wij liefde hebben voor elkander. God die ons leert uw kleinen niet te hindren, Wil ons nu zo eenvoudig maken dat Kindren ons ook herkennen als uw kindren. Vorige Volgende