| |
| |
| |
Boekbespreking
De Korenwan, leesboek voor het Christelijk Onderwijs, verzameld door J.K. van Eerbeek, S.J. Matthijsse en F. van Westen. Twee bundels. Uitgave van J.H. Kok N.V. te Kampen.
Een bloemlezing als deze, bedoeld voor Mulo-scholen, is uit literair oogpunt altijd een beetje rommelig, omdat pedagogise overwegingen de samenstellers leidden. Grote dichters en hele kleintjes, oud en nieuw, kristelik en paganisties, alles vindt men hier door elkaar. Maar het lijkt me wel een gezellig en bruikbaar boek en verschillende jongeren uit de Opw. Wegen-kring zullen door dit boek wel hun eerste introduktie op de lagere-school-banken krijgen.
K.H.
| |
Vondel's Gebroeders. Met inleiding en aanteekeningen van Dr. C. Catharina van de Graft. Uitgave van J. Muusses, Purmerend.
Een degelike tekstuitgave. Een vrij uitvoerige, goed verzorgde commentaar en een leerzame inleiding. Ook uiterlik een goede uitgave. Misschien voor de school wat aan de dure kant.
v. H.
| |
Die Erweckungsbewegung in Deutschland und ihr literarischer Niederschlag als Gegenstück zu dem holländischen Reveil, door Dr. K. Groot. H. Veenman & Zonen - Wageningen (z.j.).
Ons Réveil is niet een zelfstandige religieuse beweging, maar een nationaal gemarkeerde vorm van een geestelike opwekking in West-Europa. Op het verband tussen ons Réveil en dat in Zwitserland is herhaaldelik de nadruk gelegd; daarnaast bestond echter een paralelle beweging in Duitsland en Frankrijk. De studie van Dr. Groot wil een nauwer verband leggen tussen Erweckungsbewegung en Réveil. Daartoe is het nodig eerst Erweckungsbeweging en piëtisme te scheiden, in het algemeen een schets te geven van het geestelik leven in Duitsland en Holland vóór de 19de eeuw. Vooral aan Duitsland geeft de auteur zijn kracht en weet een helder overzicht te geven van de stromingen en persoonlikheden, die het geestelik leven in die tijd beïnvloedden. Daarna volgen na elkaar de beschrijving van Erweckungsbewegung en Réveil met een vergelijkende samenvatting als slot. Dr. Groot kan daarbij wijzen op een overeenkomstige ontwikkeling en wederzijdse belangstelling, die zich o.a. uit in het druk vertalen van elkanders werk. Een aparte plaats neemt Dr. Kohlbrügge in, die uit het Réveil overging in de Erweckungsbewegung, en zijn stichting de kerk van Elberfeld. Andere voorbeelden van direkte Hollandse invloed zijn te vinden in de kerk van Oostfriesland en het graafschap Bentheim. Dit studiewerk over een literair onderwerp vindt zijn betekenis vooral in de aandacht, die aan de geestelike achtergrond is geschonken. Dit ligt bij het Réveil natuurlik wel voor de hand, maar de auteur heeft terecht begrepen, dat van het tekenen van die achtergrond dan ook grote ernst moest worden gemaakt.
v. H.
| |
| |
| |
Geschiedenis der leeszaalbeweging in Nederland, door Dr. H.E. Greve. Uitgeversfonds der Bibliotheekvereenigingen, 's Gravenhage. 1933.
De Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken heeft dit jaar een kwart eeuw bestaan; het bestuur vond in dit feit aanleiding om een kloek gedenkboek uit te geven. Dit boek werd samengesteld door dr. H.E. Greve, de directeur van de Haagse leeszaal en secretaris der vereniging.
Greve heeft gemeend aan dit boek het karakter te moeten geven van een uitvoerige en zeer gedokumenteerde geschiedenis van de leeszaalbeweging in Nederland. Daarmee heeft hij aan dit gedenkboek blijvende waarde gegeven; ook in de toekomst zullen velen die iets uit de leeszaal-beweging wensen te weten, nog met vrucht dit werk raadplegen. Verder dan raadplegen zullen de meesten echter wel niet komen; daartoe is de beschrijving te gedetailleerd.
Is deze gedetailleerde beschrijving een voordeel, een nadeel? Och, het hangt er maar van af wat men zich als ideaal stelt. Wil men belangstelling wekken, dan is een andere vorm verkiesliker, wil men enkel een monument stichten, dan is de wijze waarop Greve te werk ging, nog zo verwerpelik niet.
In ieder geval moet men ontzag hebben voor de vele zorgzame arbeid die aan dit gedenkboek is besteed.
J.H.
| |
De wonderlijke verhalen van Professor Oeleboele, door Bruno H. Bürgel. Voor Nederland bewerkt door H. Petermeijer. Amsterdam, Van Holkema & Warendorff's Uitgevers Mpij. N.V. (z.j.).
Leerleesboeken zijn uit de mode, maar keren toch telkens weer in de een of andere vorm terug. Ditmaal in de vorm van De wonderlijke verhalen van Professor Oeleboele, wat nog al een aardige, onderhoudende vorm is. Toch is dit soort het echte, boeiende jongensboek niet.
v. H.
| |
Drie nieuwe menschen en een oude Romein, door Onno Hollander. U.M.C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1932.
Een koel cynisme tegenover de verwachting van ‘den nieuwen mensch’ ware, nu de pogingen tot wereldherstel in den laatsten tijd herhaaldelijk schipbreuk lijden, verklaarbaar. Het besef blijft maar al te wakker dat we altijd weer met ‘den ouden mensch’ te maken krijgen. Dit boek werd geschreven in een tijd toen er, naar 't scheen, meer aanleiding was tot de optimistische gedachte, dat vredelievendheid en broederzin bezit gingen nemen van de neiging der menschheid.
Drie van die ‘nieuwe’ menschen met idealen van pacifisme, strevers om te ontkomen aan den ban van het ‘ik’ ontmoeten elkaar in 't schoon Bretagne. Aat - Dr. Agathe Marsman H.B.S.-leerares, - haar nichtje Nettie, voor wie zij door een reis genezing zoekt van zwaarmoedigheid, en Burns, een man die de wereld doortrekt om menschen ‘au fond’ te leeren kennen en ze den weg te wijzen uit hun zelfbeslotenheid. En verder is er de heer v. Ommen, een journalist, die een aanhanger en een verdediger is van Cicero's ideeën, dienaar der Menschheid. Het is wel vreemd dat deze v. Ommen vrouw en kind aan hun lot overlaat, blijkbaar om zoodoende voor de Menschheid niet verloren te gaan. Met al hun idealisme van dienstbaarheid leiden al deze menschen een leventje dat allereerst hun eigen verlangens het best bevredigt, waartoe ze door een tamelijken welstand temeer in de gelegenheid zijn. Maar ze hebben opinies, en die wisselen ze druk uit. Rond deze
| |
| |
geleerde gesprekken is de natuur van Bretagne een decor, aangeduid met niet zeer sterk sprekende details.
Een beetje flirt en wat begrijpende toegenegenheid zorgt voor een zweem van meer verstaanbare menschelijkheid tusschen de coulissen, waar ook nog een paar figuranten verschijnen om den indruk te wekken dat hier toch inderdaad nog geleefd wordt ook. ‘En Daniël zei nog peinzend: het leven bracht ons tezamen, zooals een vrouwenhand bloemen schikt’. Het Leven is wel lief, en dat in Bretagne met een chequeboek en een ‘Nash’ en Cicero's overlevering. Hoe helpen wij elkaar en de menschheid?
Aat op de laatste pagina: Dan zullen wij een vormenloozen vorm vinden voor het doorgeven van het Leven’.
Onno Hollander heeft ons dien in handen gelegd. Als brij.
d. Br.
| |
Achter het vaartje, door C.M. van Hille-Gaerthé. Nijgh & Van Ditmar N.V. Rotterdam 1933.
Mevrouw Hille-Gaerthé leeft in een wereld, waar alles, als de nood aan de man komt, zich nog al gemakkelik schikt. Dat treft zuster Ina, die na zich voor een groep stakkers onmisbaar gemaakt te hebben, zich uit die kring terug wil trekken. De ganse idealistiese sfeer van het boek dreigt verbroken te worden, als Ina ter wille van een man, zich uit haar werk wil losmaken. Maar zie, een paar handige manipulaties van de schrijfster en het kan. Wat nooit gekund heeft, is plotseling mogelik. Zelfs juffrouw de Kleine, de zieligste van allen, kan Ina nu missen en met het rustig vertrouwen, dat een leven van opofferende zorg beloond wordt door een huwelik, dat veel belooft, eindigt het boek. Het is mogelik, zo enigszins raillerend, door te gaan bij een bespreking van dit boek, maar er is iets, dat ons weerhoudt aan deze lust toe te geven. Is het verkeerd, dat de jonge meisjeslectuur het leven idyllies beschrijft? Is een resoluut uitzeggen van de harde waarheid altijd beter? Psychologies en getoetst aan een norm van levenswaarachtigheid is het werk van Mevr. Hille-Gaerthé - en zeker dit laatste boek - niet sterk en heel lang zal het moderne meisje er zich niet door laten paaien, toch liggen er in het idealisme van deze schrijfster waarden, die het allerminst past te honen.
Rest ons slechts mee te delen, dat gelijk de overige boeken van Mevr. Hille-Gaerthé Achter het vaartje vlot en prettig geschreven is en dat haar liefde zich ook uitstrekt over allerlei kleine dingen en de natuur, waardoor op tal van plaatsen in het werk bekoorlike détails te vinden zijn.
v. H.
| |
Katjoeng poetih's thuisreis, door D.J. Sibbelee. Amsterdam. Van Holkema & Warendorff's Uitg. Mij. (z.j.).
De kwajongen met het goede hart, vast type in de jongenslectuur sinds Dik Trom, maakt een reis van Indië naar Holland. Hij is de sportiefste jongen aan boord van de ‘Ferdinand Huyck’ en wordt direkt goede vrienden met de marconist, de kapitein en met ieder, behalve degenen die het mikpunt van zijn plagerijen zijn: de douarière, de rode pimpernel en de dokter en zijn tegengesteld ik: de grote, sterke jongen met het verkeerde karakter. Als hij de boot verlaat, heeft hij vriendschap voor het leven gesloten met de marconist, die hij door het stelen van f 60. - heeft verlost van de kattenjuffrouw en de deurwaarder van de belasting.
Het is meer een aaneenschakeling van anecdoten dan een verhaal en Huub en de marconist zijn de enige figuren uit het boek, die wat tekening krijgen. Maar jongens vragen naar andere dingen dan recensenten, zullen we maar hopen, er staan genoeg grappen in, om onze jongens aan 't lachen te brengen. Er staan enkele woorden in het boek, die we graag er in gemist hadden.
v. H.
|
|