Opwaartsche Wegen. Jaargang 10(1932-1933)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] [Gedichten van Jan H. Eekhout] Don Juan's eindgebed door Jan H. Eekhout. Heer, satan sterft en telt zijn duizend zonden, Verslagen door Uw stilte, een armlijk mensch. Heer, satan danst doods koord, de vlijme grens Van hel en paradijs - en stort ten onder. Heer, ik verga. Zij zoen U dit gebed Voor veertig jaren zwarte schuld en schande. Heer, satan valt, valt, valt. Reik hem Uw handen, Heer, spreek Golgotha's woord: Gij zijt gered. Gij zwijgt. - O gij wier mond mijn mond begeerd heeft. Wier ziel mijn vuur tot bittre asch verteerd heeft, Vergeef. Een helscher hel is mij nabij. Wee mij. Geen dier, geen ding bleef mij gemeenzaam. Heer, Heer, Uw satan sterft zoo maatloos eenzaam. Ik heb verloren. Vrouwen, bidt voor mij. [pagina 136] [p. 136] Sankt Peter Hille door Jan H. Eekhout. Pelgrim op doortocht naar Gods helder land Over den weg van sterren en planeten, Schreed hij de aarde in glimlachend weten Of schreiend, door veel heimwee overmand. Men zag hem dwalend door den schrillen nacht, Stil en eenzelvig, aller westersteden, Achter de hoop der oogen d' eenzaamheden Van een die afzwierf van een hoog geslacht. Toen hij zich voor het laatst op weg begeven Heeft naar het rijk waar men hem zorgend wachtte, Liet hij zijn lichaam wonderlijk verheven, Als van een stil wit vuur doorschenen, achter Opdat wij hoede' in 't hart 't geheimenis Dat er geen dood maar enkel leven is. Vorige Volgende