Opwaartsche Wegen. Jaargang 10(1932-1933)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Simson is blind door Muus Jacobse. Rondom mij hoor ik lachen en gesol Van kleine Filistijnen, mij tot spoed Aanmanend en bespottend, wijl ik moet Malen, voortmalen, wroetend als een mol, Gevangen in een eeuwig donker hol, Waarin ik staag de grote molen drijf. Zeeën en winden worstlen in mijn lijf Een uitweg naar het licht en worden dol. Maar eenmaal, God, wanneer uw bliksemschicht Wrekend het voorhangsel des hemels scheurt, Dat mijn twee ogen vast omspannen houdt, Dan weet ik, dat Gij mij hebt opgericht Een graf, een teken, waar de nazaat treurt En zich herinnert, wien het werd gebouwd. Vorige Volgende