Opwaartsche Wegen. Jaargang 10(1932-1933)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Boere-Smit door Jan H. de Groot. Nu ben je dood old man, 't was niervergiftiging. 't Ging snel, ik had geen tijd meer om je nog te zeggen hoe dom het is geweest die stomme kloof te leggen tusschen een vriendschap kort en een verbittering. Je was wat grof en bruut, je was de boere-Smit. Ter onderscheiding van een vent die ook zoo heette. Maar dat je goed van hart was, was ik toen vergeten. Je ging fijn op de bon, je hing, ik had mijn schik. En dra kreeg ik mijn beurt, je weet wel, och zoo gaat het immer toe bij ons, onder de kleine menschen. Ons zelfrespect nietwaar, och kom, de grofste wenschen van mij en jou stonden te pronk op ons gelaat. Nu ben je dood old man, maar heb je nog misschien (mijn naam stond er ook bij, maar 'k wil er niet op roemen.) Op 't kaartje ‘van collega's’, 'n vruchtenmand en bloemen, ik zeg, heb je mijn naam daar ook nog bij gezien? En heb je toen gevoeld, dit was mijn stille bêe: ‘geef mij je hand, merci, en 't beste met je leven.’ En wat je mij misdeed had ik j' allang vergeven. Vergeef ook mij, old man, je ziel ruste in vrêe. Vorige Volgende