gericht. Zo sterk is de aandacht voor dit leven dat het aan de grotere romans schade doet; deze zijn nooit tot een hecht, harmonies geheel volgroeid. Alléén de legende van de heilige proletariër, ‘Sankt Sebastian von Wedding’, werd een volkomen gaaf kunstwerk.
Een legende, over de nood van een wereldstad! Is deze combinatie mogelik? Moest de schrijver van zulk een verhaal niet haast onvermijdelik vervallen in dezelfde fout die wij hierboven in het algemeen reeds aanduidden, moest hij niet dierbaar gaan doen over de nieuwe taak die het Christendom in onze tijd heeft te volbrengen, en moest hij zich zo niet juist de mogelikheid scheppen, deze taak zelf te ontwijken?
Want - en daarom juist lijkt het ons zulk een gevaarlike onderneming - Herwig was zelf niet als Sebastiaan, die alles verliet om enkel mede-proletariër te kunnen worden. Herwig bestudeerde wel het armzalige leven in de achterbuurten der grote steden, maar daarnaast hield hij toch ook vast aan zijn kunst, zijn schrijversloopbaan!
En toch - werd Herwig òòk - de heilige proletariër. Of dachten we dan dat een kunstenaar, die uit werkelike aandrang schrijft, de gebeurtenissen waar hij over schrijft, minder fel zou mogen beleven als de personen die ze werkelik ondergingen? Als hij ze niet even fel doorleefde, dan zou zijn verhaal nooit tot een echt verhaal, tot een levend verhaal worden, dan bleef het een aftreksel van het leven, maar werd het nooit het leven zelf.
En dàt - het leven zelf - dat geeft Herwig in zijn legende. Deze legende is een eenheid. Heel de ellende van de wereldstad is er in, al wordt deze uiteraard ook slechts in enkele trekken geschetst, en ook héél dat andere, de verlossende kracht van het Christendom.
Dat was alleen mogelik omdat Herwig zelf, toen hij zijn legende schreef, beide was: omdat hij proletariër was met de proletariërs en Christen met Christus.
En toch, ondanks de prachtige eenheid van heerlik idealisme en harde werkelikheid - een eenheid die de vrucht is van een grote barmhartigheid - wil deze legende ons niet geheel bevredigen. Maar dit ligt meer aan de wijze waarop Herwig zijn gegeven uitwerkte, dan wel aan dit gegeven zelf.
Sebastiaan vergadert een groep gelovigen om zich heen, hij voert hen naar de Mis en wordt, kort daarop, door het gepeupel, dat in opstand komt, vermoord.
Ons bezwaar tegen deze uitwerking is dat Sebastiaan zo hoe langer hoe méér gaat lijken op Christus. Want hoe dichter het einde nadert, des te duideliker wordt juist deze parallel. Terwijl Sebastiaan toch niet meer kon wezen, voor ons gevoel, en ook niet meer mocht wezen, dan een discipel, dan een dienstknecht van zijn Heer.
Ons bezwaar tegen deze legende is, dat het een verhaal is over de heilige proletariër, en niet alleen over de Christelike proletariër. Sebastiaan zegt eens, als hem