Opwaartsche Wegen. Jaargang 9(1931-1932)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 432] [p. 432] Fragment uit de verloren dochter door John Ietswaart. Het oude huis. I. het zachte schreiën is nu in mijn hart gekomen waarin het leven stil en eenzaam wordt - een zoete tuin die in zijn reuk verdort nu ik er eindelijk ben aangekomen - en stilte als dood's sluimerend begin en regen - regen - uit het hooge loover o, onze armoe, smeekende en poover en onze handen - en de dood erin - en onze harten - en de dood erin - ik heb u liefgehad - gij wist het toch! gij weet dat ik u liefheb - o, gij weet het nog! uw doode hand streelt in tranenschemering. II. ik zou u zooveel liefs nog willen zeggen nu ik van u te vroeg verlaten ben - de lieve oude dingen die ik van u ken zal ik behoedzaam nu te slapen leggen. en ik zal zachtjes tot hen in den avond spreken als tot uw kleine wil en uw geloken hart ik zal uw kleine daden doen - dat nu mijn smart om uw eenzaam afsterven is geweken - ik zal de deuren sluiten en de zware blinden mijn hart zal dicht bij uwe stilte wezen in dit vereenzaamd zijn zal ik u vinden ik zal nog zeer van uwe liefde wezen. - [pagina 433] [p. 433] III. gij hebt het feestmaal in uw droomen mij bereid gij hebt aandachtig van het brood gesproken en van de wijn - van bloemen, die ontloken zijn voor mijne thuiskomst - en geschreid - gij hebt het in uzelf zoo vaak gezegd - ‘zij heeft mij niets misdaan - ik zal haar wachten en als er schreien kwam - en in de nachten hebt gij uw lief grijs hoofd naar mijne komst gelegd. dit is van droefheid en van liefde groot ‘ik heb u veel misdaan - vergeef mijn zonden - wat wij het liefste heeten na den dood is al te zeer door onze hand geschonden. en wat ons hart uitschreit in stillen nood heeft tot de dooden nooit een weg gevonden. IV. wat zal het leven ons aan wegen leeren, wat zal ons lijf het nieuwe land betreden - wij moeten immers naar het ver verleden als pelgrims - moe en peinzend wederkeeren. en weten dat wij niet verloren gaan al zoeken wij ons leven rusteloos voort want altijd roept de liefste aan de poort en ieder kind kan deze stem verstaan. het liefste op aarde komt om ons te leiden en sterft dan zacht - opdat het leven zal - die het zaad draagt en het schreiend zaaien zal mag met een glimlach uwe bloei verbeiden. Vorige Volgende