Over de Nederlandsche vertalingen van letterkundige werken.
Onder bovenstaande titel kwam in het avondblad van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van Woensdag 16 September een artikel voor van de hand van de Heer M.J. Premsela, waarin schrijver opkomt tegen het veelvuldig verknoeien van kunstwerken door vertalers (en vertaalsters), zooals dit in ons land helaas maar al te dikwijls pleegt te gebeuren en waarin hij wijst op de noodzakelijkheid van maatregelen, die in de toekomst een eind zullen kunnen maken aan wat met recht een ergerlijke misstand in ons Nederlandsch letterkundig leven is te noemen.
Naar aanleiding hiervan heeft op 9 October 1.1. te Amsterdam een bijeenkomst plaats gehad van eenige letterkundigen, critici enz. ter bespreking van hetgeen mogelijk gedaan zou kunnen worden om te geraken tot een betere toestand op voornoemd gebied. Een voorloopig comité van actie werd gevormd, dat zich tot taak stelt, contact te zoeken met alle deskundigen, die zich voor dit vraagstuk interesseeren.
Dit comité bestaat uit:
de Heeren: Dr. J.W. Schotman, voorzitter; Dra. M.A. Pit, secretaresse; Dr. J. Fransen; J.M. Meulenhoff, uitgever; Drs. M.J. Premsela; Mevrouw S.J.G. Premsela-den Boer; Mevrouw M. Verhoeven-Schmitz; de Heer Constant van Wessem.
De Heer L. Simons, die eveneens zijn instemming met het artikel van de Heer Premsela had betuigd, had bericht van verhindering gezonden. Besloten werd tot het houden van een vergadering op een nader te bepalen datum (omstreeks Kerstmis) te Amsterdam, waar allen welkom zullen zijn, die deze zaak met raad en daad willen bijstaan. Reeds thans worden belangstellenden verzocht, door toezending van hun kaartje aan onderstaand adres, van hun instemming te doen blijken.
Dra. M.A. Pit, Jan van Eyckstr. 211, Amsterdam.