Opwaartsche Wegen. Jaargang 9(1931-1932)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 347] [p. 347] Agrarisch door H. de Bruin. Het landwerk bond ze allen dag. Ze namen maal en slaap als dagelijksch kort verzet, en waren haastig in hun vroomheid met: Heer, zegen deze spijs - verkwik ons, amen. Wanneer ze 's zondags in het kerkje kwamen voelden ze mínder, méér hun schuld en smet naardat in 't blinken, duistren van 't rozet God vriéndlijk zag of tóórnig door de ramen. De dienaar kon niet troosten naar 't geviel, zijn werkwijs richtten andere getijden bij 't bouwen van den akker hunner ziel. - Elk moeide zaai en oogst een bange week; in een vereenzaamd naast elkander strijden werd trouw het land bearbeid en - de preek. Vorige Volgende