Opwaartsche Wegen. Jaargang 9(1931-1932)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 340] [p. 340] [Gedichten van Jan H. de Groot] De zwerver door Jan H. de Groot. Toen trok ik voort, omdat God mij beval. En achter mij verbrandden zwarte steden. Zoo hebben Sodom en Gomorra eens geleden, Onder de kroon van hun verdoemden val. Een sneltrein joeg de stof op van zijn berm. En wolken krompen onder heete winden. Ik sliep en rustte zonder rust te vinden. Boven mijn hoofd voltrok een vogelzwerm Een vonnis aan mijn hart. Ik hoorde een stem, En riep terug, ‘Ik kom’, maar vele wegen, Hielden mijn moegevallen voeten tegen. Ik stierf dicht bij de poorten van Jeruzalem. [pagina 341] [p. 341] Thuisreis door Jan H. de Groot. Hij had de zeeën en de landen afgezworven. Maar iedere kust bracht het gelijk gewicht van zelfde zonden en van zelfde zorgen, Onder de schâuw van zijn verweerd gezicht. Want alles wat hij nam of had gegeven van wat de wereld aan het leven bood, Was duister in zijn ziel achtergebleven. Het eind van ieder feest was steeds de dood. (Maar er zijn planten die bijna gestorven uitbloesemen aan hun vervallen stam). Hij had het witste havenlicht verworven. Toen 't schip de laatste thuisreis ondernam. Hij vouwde stil de ruw ontvelde handen, Toen 't laatste touw hem uit de vingers schoot. God nam het roer en liet hem willoos landen, Over de zachte banken van de dood. [pagina 342] [p. 342] Eenzame den door Jan H. de Groot. Overgebogen vreemdeling, die in dit land van schemering uittoog en in de dorre grond ver van een koele waterbaan strijd voerd' en tot een arm bestaan de scham'le voeding vond. Gebogen in de werveling van winden en de witte ring van winter om uw stam. Verstoot'ne uit de milde laan van geuren en de liefde dâan van zon die op u kwam. Ik ben als gij een vreemdeling, die in de verre vreemde ging maar nog geen rustplaats vond. En als mijn zwerven is gedaan zal 'k dan als gij gebogen staan over Gods diepste grond? Eenzaam gebleven vreemdeling. Rondom u daalt dood's schemering. Is dit uw laatste nood? Hij vinde u bereid te gaan. Hij laat' uw stam als teeken staan van een verwonnen dood. Vorige Volgende