| |
| |
| |
Boekbespreking.
Het meisje uit Hellnaes, door Jörgen Falk Rönne. Amsterdam. N.V. Uitgevers-Maatschappij ‘Elsevier’.
De boeken van Rönne behoren tot de beste ontspanningslektuur. Dit verhaal dat op een van de Faeröer speelt, mist de glimlach die voortdurend in Het Neveleiland aanwezig is, omdat naast de gelieven nu niet de begeerte van een hele rij andere vrouwen staat, maar de figuur van een wanhopig verliefde, sterke, rijke boer en na zijn verdwijnen de beschuldiging van misdaad. Het leed van Sanne uit Het Neveleiland is maar kwelling, dat van Ellen, het meisje uit Hellnaes is een bitter en zwaar te dragen levensjaar.
v. H.
| |
De historie van den vier Heemskinderen, door Dr. G.S. Overdiep. Uitgegeven naar den druk van 1508. J.B. Wolters - Groningen, Den Haag. M.C.M.XXXI.
Deze historie is de populairste van onze ridderromans. De geschiedenis van Reinout van Montalbaen werd in vele plaatsen van Noord-, en vooral van Zuid-Nederland gelokaliseerd. Evenals andere ridderromans aan 't eind van de Middeleeuwen omgewerkt tot volksboek, d.w.z. tot prozaverhaal. De Reinout als volksboek kenden we in de uitgave van Matthes (ook een uitgave van de firma Wolters) die echter op een veel jongere editie berustte dan de tans gepubliceerde. Er is nog minstens één oudere editie geweest dan deze, maar slechts een bladzij is daarvan bewaard. De nu uitgegeven tekst is naar een post-incunabel in 1508 door Jan Seversoen te Leiden uitgegeven, en berustende op de universiteitsbibliotheek te München. De uitgave van deze tekst door een nauwgezet geleerde als Prof. Dr. G.S. Overdiep is voor de bestudering van onze Middelnederlandse epiek en voor de verdere lotgevallen van de Reinouthistorie van grote waarde. Het werk is goed uitgegeven en met reprodukties van de oude houtsneden voorzien.
v. H.
| |
Zestalig Handelswoordenboek. J.B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij N.V. Groningen, Den Haag, Batavia 1931.
De firma Wolters heeft op het gebied van Woordenboeken terecht een goede naam. Haar uitgaven op dit terrein behoren tot het erkend beste. Dit nieuwe boek, door samenwerking en medewerking van vele bekwame mannen van studie en praktijk ontstaan, gedurende 10 jaren voorbereid, zal het zijne er toe bijdragen de naam van de firma Wolters als uitgever van goede woordenboeken te handhaven. Voorzover een vluchtige kennisname en een beperkte kennis ons hier recht van spreken geeft, is het een voortreffelik werk.
v. H.
| |
Licht aan de kim. Spreekkoor voor de Vrede, van Leo van Breen.
Dit uitgaafje, in eigen beheer, is een eenvoudig spreekkoor ter verbreiding van de vredesgedachte. De bezielende kracht van een werkje als dit vindt zijn grond alleen in een met de spelers eenswillend publiek, dat in een gevulde zaal vol spanning wacht op het woord dat in aller hart leeft. Daarom moeten de woorden van een koor als dit sterk met affekt geladen zijn, kunnen ze rhetoriek verdragen, maar moeten in een soort van vervoering geschreven zijn en gezegd kunnen worden. In een kring van nuchtere of zelfs maar vriendelik-belangstellende toehoorders is succes, overtuigende kracht van een koor als dit niet te verwachten. Daarvoor missen vele woorden, hele passages te veel een element van noodzakelikheid, zijn er te veel woorden over de grens der ingetogen zuiverheid heen.
v. H.
| |
| |
| |
De donkere poort, door P.H. Ritter Jr. D.A. Daamen's Uitgevers-Maatschappij N.V. 's-Gravenhage (z.j.).
Dr. Ritter heeft in een boek van 2 forse delen de geschiedenis van Nederland in oorlogstijd geschreven. Onderhoudend, betrouwbaar, goed geïllustreerd is het een mooi en degelik boek geworden.
v. H.
| |
Leven, door Dr. Richard C. Cabot. Vertaling van Zuster A.M.F. Onnen. Tweede druk. Rotterdam, W.L. & J. Brusse's Uitgevers-Maatschappij N.V.
De kunst om wèl te leven ‘echt’ te leven, zegt Cabot, is al veel befilosofeerd. Als woorden het ons zeggen kunnen, dan is Cabot een in vele opzichten uiterst bekwame en betrouwbare gids. Werk, spel en kunst, liefde en aanbidding, daarop zij ons leven gebouwd, is de hoofdgedachte van dit onderhoudende, wijze, eerlike en reine boek.
v. H.
| |
Alie van Wijhe-Smeding in haar letterkundigen arbeid, door Frans van Dam. (Nijgh & v. Ditmar - Rotterdam 1931).
Dit boekje is zonder eenige beteekenis ondanks zijn zeer pretentie-vollen titel. In verband daarmee verwacht de lezer, dat de figuur van Alie Smeding hem nader gebracht zal worden uit en in haar werk. Maar daarvan is geen oogenblik sprake. Een aantal wetenswaardigheden over haar leven en lange aanhalingen van haarzelf of haar man worden verbonden door oppervlakkige, wat sentimenteele opmerkingen van den schrijver en afgewisseld door heftige, maar nooit gemotiveerde uitvallen. Dat is alles! Van een eenigszins diepgaande studie is nergens een spoor te vinden. De (op zichzelf interessante) biografische bijzonderheden blijven vaag en onvoldoende; de bespreking van Alie Smedings werken wordt slechts gesuggereerd; van wat over haar geschreven werd, wordt zoo maar te hooi en te gras eens iets vermeld; van kritiek blijkt de schrijver niet het minste besef te hebben, evenmin als van de verhoudingen en problemen in onze moderne literatuur.
We zouden ons aan dit boekje geweldig moeten ergeren - als het daarvoor niet te naief was, geschreven als door een bewonderend kind.
W.A.P. SMIT.
Ontvangen:
Tekst en Uitleg |
Jozua door Prof. Dr. Joh. de Groot. |
Spreuken II, Prediker en Hooglied van Salomo door Prof. Dr. B. Gemser. |
Uitgaven van J.B. Wolters, Groningen, Den Haag, Batavia 1931. |
| |
Plantengroei en Bloei. Tweede deeltje. Uitheemsche planten, door L. Dorsman Czn en Jac. v.d. Klei. J.B. Wolters, Groningen, Den Haag, Batavia 1931.
Samen met Dierenvreugd en Leed van dezelfde auteurs vormt deze uitgave een boeiende serie leesboeken voor het onderwijs in de natuurlike Historie.
v. H.
| |
Harlekijntje is weer terug, door Josephine Siebe. Amsterdam, N.V. van Holkema & Warendorf's Uitgevers-Maatschappij N.V. (z.j.).
Het laatste deel van de Harlekijnenserie, gezellige uit het Duitsch vertaalde kinderboeken. Dit laatste deel lijkt me iets minder dan de vorige, maar de kinderen zullen zich met het boek vol dwaasheden wel vermaken.
v. H.
| |
| |
| |
Homerus' Ilias. Metrische vertaling van Dr. Aegidius W. Timmerman. H.J. Paris. Amsterdam. MCMXXXI.
De vertalingen van Homerus' Ilias, die tot heden voor de beste golden, rijn door die van Dr. Timmerman overtroffen. De vertaling van Vosmaer heeft zich lang gehandhaafd en had grote verdiensten. Toch voelden we bij het lezen behoefte aan groter nauwkeurigheid en een klaardere, gewoner taal. Aan deze beide verlangens voldeed de vertaling van Dr. van de Weerd, die echter in prozavorm was geschreven. Een vertaling van een gedicht in proza geeft een geheel ander karakter aan het werk, zoals ieder wel ervaren heeft die b.v. de prozavertaling van de Divina Comedia door Hein Boeken legde naast de vertaling in verzen door Albert Verwey. De Ilias vertaling van Dr. v.d. Weerd had dan ook alleen nauwkeurigheid ten doel. Dat ze overigens zo voortreffelik leesbaar geworden is, is een dankbaar aanvaarde toegift.
De vertaling van Dr. Timmerman verenigt de goede eigenschappen van Vosmaer en v.d. Weerd.
Het best wordt de vertaling van Dr. Timmerman gekarakteriseerd door een gedeelte er van naast die van Vosmaer te plaatsen. De lezers zijn zo zelf in staat te vergelijken. Het is een fragment uit de strijd tussen Hector en Ajax (Boek VII). De grotere levendigheid van Dr. Timmerman's vertaling valt hierbij dadelik op:
Vosmaer:
Ajas de godlijke held zijne speer ver strekkend van schaduw,
Welke hij Priamos' zoon in den glad rondwelvenden beuklaar
Dreef; door het blinkende schild vloog d'onweerstaanbare werpspeer,
Drong in haar vaart zelfs heen door het kunstig beslagene pantser;
Voor aan het zachte des buiks doorvlijmde het wapen den lijfrok;
Doch zich ter zij afwendend, vermeed hij het donkere doodslot.
Beiden de rijzige speer met de handen uitrukkend, bestormden
Thans elkander, gelijkend aan bloedigverslindende leeuwen,
Everzwijnen gelijk, wier kracht niet weet van bezwijken.
Priamos' zoon trof toen met zijn speer in het midden des beuklaars,
Nochtans scheurde het koper hem niet, maar schampte de speerpunt.
Ajas echter doorstak, toespringend, het schild, en de werpspies
Boorde er gansch doorheen en bedwong den geweldigen aanval
Schampend sneed zij den hals en het bloed spoot donker te voorschijn....
Timmerman:
Godlijk geboren, zijn speer af met lange schaduw, en treffend
't Rondom-evenredige schild van Hektor, doorboorde
't Blinkende schild de geweldige speer en werd ook nog gedreven
Recht door het kunstigbewerkte kuras en verscheurde den lijfrok
Regelrecht langs de lende; maar Hektor boog zich ontwijkend....
Zoo vermeed hij den donkeren dood.... Tegelijk trokken beiden
Met hunne handen de speren er uit, vielen aan op elkander,
Evenals rauw verslindende leeuwen of 't mannetjes-wildzwijn,
Niet te bedwingen van kracht! Maar toen trof wederom Hektor
Ajax' schild met zijn lans in het midden, maar 't brak niet, het koper;
Om boog de speerpunt! Maar toen sprong Ajax op hém af en raakte
't Schild en er dwars door heen voer de speer en hij drong in zijn aanloop
Hektor terug en hij schampte zijn hals en het donkere bloed spoot
v. H.
|
|