Opwaartsche Wegen. Jaargang 9
(1931-1932)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 219]
| |
Het lustrumspel Cortez.Het zien van een kleurrijke, schoongeschikte optocht is sinds vele eeuwen een van de meest gewaardeerde nummers van elk waarachtig volksfeest. Het is vlak voor de jaren van Hervorming en Renaissance, dat onze rederijkers deze wijze van feestvieren tot een schoonheid en een kostbaarheidGa naar voetnoot1) hadden opgevoerd als pas weer bereikt werd in de ‘maskerades’ der studentecorpsen bij hun lustrumviering kort voor de wereldoorlog. De luisterrijke intocht van Germanicus binnen Utrecht is van deze laatste het hoogtepunt. Nog zijn de eenvoudiger optochten van volksfeesten als b.v. het Leidse met 3 Oktober een grote volksbelangstelling deelachtig. Terecht hebben de lustrumspelers der studentefeesten terwille van de burgerij aan hun spel enige ommegangen verbonden. Opvallend bonte en rijke kostuums ziet de burgerij het liefst; de sobere optocht van De Vliegende Hollander werd dan ook maar matig gewaardeerd. Toch zoeken de samenstellers van het program der lustrumviering het zwaartepunt niet meer in de ‘maskerade’, maar in het symbolies spel. Het best geslaagd daarvan is Ichnaton, bij gelegenheid van het vorige Utrechtsche lustrum. De ommegang is nu slechts een rondrijden van de deelnemers aan het spel. Zo was het ook bij de rederijkers: het spel was als hoofdzaak bedoeld. En toch.... hoezeer we ons er met Coster (Proza II, pag. 39 e.v.) in verheugen kunnen, dat de studentenfeesten van het terrein der imiterende naar dat der scheppende schoonheid zijn overgegaan, toch is de aard van het lustrumspel, het waardeerbare - het bleek weer overmatig in Cortez - voornamelik in zijn betekenis als kijkspel gelegen. Het lustrumspel Cortez was als kijkspel buitengewoon geslaagd. Een pracht van goedgedragen kostumes, knappe, smaakvolle groepering, de majesteitelike afdaling van de hoge tempeltrap - jammer genoeg voor een deel op hinderlike wijze aan de blik der toeschouwers onttrokken door de poort van het voorplan - de blanke tempelstad als achtergrond voor de kleurrijke kleedij, de uitstekende belichting, dit alles maakte het spel Cortez in zijn wisselende standen tot een ogenfeest van meer betekenis dan de glorierijke tocht door de stad. Maar het wilde meer zijn dan kijkspel, het moest ook zijn een geestelike worsteling. Toen in de dagen der Romantiek de blik zich naar het verleden wendde, ontdekte | |
[pagina 220]
| |
het oog daar slechts het goede dat de mens in eigen tijd vergeefs zocht en de fantasie wist het nog schoner te kleuren dan het door weemoed versluierde oog het reeds zag; onze hedendaagse romantiek wijzigt de historie bewust om eigen levenshouding aan de grote mannen der historie op te dringen. Cortez was inderdaad de meest geschikte om deze historiese geweldpleging te ondergaan. Hij was niet eenvoudig een gedrevene door gouddorst, niet een bruut, niet een onbetrouwbaar mens als Pizarro; hij was niet alleen een dapper man, hij was ook een nobele figuur, die de dood van Montezuma en de vernietiging van zijn stad niet gewild heeft. Dat hij echter uit respekt voor een oude schone beschaving zijn eigen ideaal van macht, eer, rijkdom, vroomheid, trouw aan zijn koning, zou hebben willen offeren is zo iets onmogeliks, zelfs bij deze edele conquistador, dat we - zacht gesproken - moeten wijzen op een grote vrijmoedigheid tegenover de historie. Nu is deze minachting der historie zo'n gewoon verschijnsel in onze tijd, dat we er graag over heen zouden willen stappen ter wille van dit spel, als het ons een boeiend spel der scheppende verbeelding was geweest. Maar - het is tot heden bij geen van deze spelen gelukt om spanning te brengen. Deze spelen zijn tot nu toe een schoon gebaar, geen daad. Dat ligt niet aan de techniese verzorging, niet aan de zwakheid van het lekenspel, of iets anders van materiële aard, het is de onmacht die in het spel zelve ligt. De schone woorden van Nijhoff in Leiden, de schone kleuren in Utrecht, ze zijn niets, als er het geloof in ontbreekt aan een innerlike noodzakelikheid. Een stormachtig applaus, een vlaag van enthousiasme behoort bij deze spelen tot de onmogelikheden. Verder dan tot een indruk van stille bekoring en een stemming van welwillendheid wordt het publiek niet opgevoerd. Zelfs bij Kinderen van dezen tijd kon waarachtige ontroering alleen ontstaan bij dat deel van het publiek, dat van nature of kunstmatig, geheel gelijkgestemd was met de dichteres. Een stuk dat in dit genre overrompelt, is nog niet gegeven. Onmogelik is het niet. Maar er is bij massaspel iets dat slechts met grote moeite te overwinnen zal zijn. Massabewegingen zijn wel suggestief, maar toch mechanics. En daarom kunnen ze wel ons intellekt voldoen, maar nìèt licht ontroeren. Er was in Cortez een poging tot oplossing, gelijk in Ichnaton: om in een hoofdpersoon de bewogenheid van het hart te geven. Het bleek echter onmogelik om deze anders dan fragmentaries te tonen, waardoor Cortez' gebaar een tekst nodig had die het karakter kreeg van de toelichtende bijschriften voor een film. De lustrumspelen, lekenspelen, spreekkoren, ze zijn een genre in wording en wie zich Ichnaton herinnert, ook wie Cortez heeft gezien, weet dat er wat in te bereiken valt, maar dat er een groot kunstenaar nodig is om deze spelen van de sfeer van het interessante over te brengen naar het grootse. Zal het de Utrechtse studenten mogelik zijn bij hun derde eeuwfeest, hun volgend lustrum, dit te geven? van HAM. |
|