Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 385] [p. 385] Venus mystica door Jan H. Eekhout. I. Twee kinderen, wit in elkanders armen. Stilte en een droom - Bijna verloren - ver, Tusschen ontelbre teedre sterrenzwermen, Naamloos, wild en gering, een oude ster. ‘Mijn lief, voor wij dit helder land betraden - Herinnert ge⁀u? - een huiver-vreemde streek, Ergens daarginds.... Monden, die vloekten, baden.... God; - en een god die onontkoombaar leek.... En thans dìt licht, en dèèz ons lièfde....’ Nacht en Een man, een vrouw -, een minnen woordloos wijd....; Eèn kostbaar fonkelend bloed; één sterke en prachtge Hartslag; één ruischende ademhaal; één machtge Schoonheid, hel bloeiend boven aarde en tijd - De liefste engel Gods houdt zorgend wacht en Een klein vertrek staat zwaar van eeuwigheid. [pagina 386] [p. 386] II. Zalig verzworvenen Dwalen wij, Liefde, Langs Uw onstremb'ren Grenzloozen stroom In 't hart der heemlen, Groot, onweerhoudbaar, Hartstochtlijk en juublend Vindend den Goddelijken Aanvang -, onstuimig Zich stortend van ster tot ster, 't Al makend dronken Van heimwee en eeuwigheid. Allen die dolend zijn Langs deze boorden Merk, hoe hun oogen Verruklijk ontbloeiden Aan 't duizendvoud flonk'ren Dier tijdlooze waatren -, Wierden jong-open Zacht glanzende oogen Van hen die herwonnen, Aarde en zon voorbij, 't Geen diep achter eeuwen Eenmaal verloren ging. Liefde daar zijn er - Hooghartige dwazen - Vermetel zich buigend Over Uw golven te ontraads'len 't ontzaglijk Geheim van Uw wezen - Gij echter ontgaat hen Als 't licht uit de gierige Vuistjes van kind'ren die Kostelijk droomden Zons schat zich te vangen -, Houdt in U-zelven, U Spoorloos verborgen! [pagina 387] [p. 387] Liefde, slechts hen kunt gij Maatloos beminnen Wier harten vraagloos Zich oopnen als bloemen Wijd naar den leven- Gevenden dag - Zie, zij zijn in U lijk 't zaad in de vore, het kind in de moeder, 't gesternte in het Al! III. Een klein zacht licht.... Een bloeien huiver-teêr.... Door neevlen heen een broze ster - niets meer. In d'onherbergzaam woesten tuin der aarde Alleen de liefste.... en God glimlacht weêr. Vorige Volgende