Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De morgen door D. Ietswaart. Hoe lief is mij des daags begin; de morgen, en het zingen in de hagen en de hooge kruinen, de lanen langs en door de tuinen. Hoe lief is mij wat weer ontwaakt. Den nevel die verloren raakt vervangen zacht ontbloeide kleuren. De bloemen in de hoven geuren. Hoe lief is mij de koele wind die al doorzuivert. Hoe bemind zijn mij de stille ochtendwegen, de streeling van den vroegen regen. Hoe lief is mij wat God ontsluit aan vogellied, aan bloeiend kruid. Vorige Volgende