Maar men is geen ketterjager, als men voor het Christendom remmende faktoren ontdekt in de kunst van onze, tijdgenoten en zijn bezwaren daartegen nu maar eens niet al te voorzichtig formuleert.
Deze gedachten vormden ook de hoofdtoon van onze bespreking op onze Pinksterkonferentie. Daaruit volgt vanzelf, dat men een verkeerde indruk zou krijgen, als men menen zou, dat ik op de konferentie op raillerende en kleinerende wijze zou hebben gesproken over de moeilikheden van onze jongeren. De bezinning, die ik wenselik achtte, was een bezinning op het geestelik bezit; het oordeel, dat op de konferentie over onze Christelike kunst ging, ging over ons allen.
Wel kan men niet nalaten met enige spot de bezwaren tegen Muller's artiekel over van Maltzahn's Vanwaar zijt gij? onder de ogen te zien. De bezwaren zijn tweeërlei: aan de ene kant de vraag, waarom geven jullie zoveel van je kostbare ruimte aan de bespreking van zo'n prul? Die boeken leest toch niemand meer. Aan de andere zij: hoe kan Muller een boek, dat in alle kerkbodes zo wordt geprezen, zo afkammen? Mag dat zo maar?
Het tweede bezwaar, gedokumenteerd door vele goede, d.w.z. aanbevelende recensies, en een behoorlike oplaag, beantwoordt voldoende het eerste. Er is inderdaad nog een groot publiek, dat van deze en derg. onsmakelikheden smult, en er zijn nog vele voorlichters, die het ‘oordeel des onderscheids’ missen.
Wie het niet gelooven wil - het klinkt ook ongelooflik - leze de volgende knipsels uit voor het merendeel uitvoerige aanbevelende recensies:
Ds. van Schelven schrijft in de Geldersche Kerkbode: In den laatsten tijd heb ik geen boek gelezen, dat ik zoo bizonder kan aanbevelen, en waarvoor dank aan de begaafde schrijfster, den nauwkeurigen vertaler en de gedistingeerde uitgevers La Rivière & Voorhoeve te Zwolle moet worden gebracht.
De Standaard: Haar werk legt getuigenis af van een niet alledaagsch talent.... dan kunnen we niet anders dan haar werk warm toejuichen.
Ook Ds. Miedema in de Groninger Kerkbode is verrukt; De Waarheidsvriend, de Graafschapper, de Rijnlandsche Kerkbode, de Amsterdammer, Het Zoeklicht, de Vaandrager bevelen ons het ten zeerste aan. De Rotterdammer roept zelfs in extase uit: Dit werk is een rijke aanwinst voor onze Christelijke literatuur. De Scheveningsche Kerkbode wil het in alle ‘volkswijkbibliotheken’. De Zondagsbode wekt op tot lezen. Dr Hugo A. van Duyn wijdt er in Timotheus een uitvoerige beschouwing aan, waaruit het volgende: ‘Elisabeth von Maltzahn is een geboren vertelster, een romancière met kijk op menschen en dingen. Zij verstaat op meesterlijke wijze haar personen uit te beelden, alsof zij voor ons leven; diep gaat zij in op de psychologische problemen....’
Als men bij La Rivière en Voorhoeve een prospektus aanvraagt met het oordeel der pers over Vanwaar zijt gij? dan krijgt ge al deze beoordelingen in volle maat,