Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] De avonden...... door H. de Bruin. De avonden, zóo stil dat over 't pad langs zee de blâren onbewogen hingen, sprak hij bij voorkeur van de levensdingen. - - Het was sinds jaren de gewoonte dat we, door de laantjes, naar de muurbres gingen, waar men een onbelemmerd uitzicht had over het water. - - Zwijgzaam wordend zat hij dan de rust der schepen in het wringen en woelen van den vloedstroom te beschouwen. - - - De moegezworven schepenlijven met lichten als oogen ten hemel geheven - zei hij eenmaal, - vást in den stroom van 't leven! - - zoo klare ziele oogen in gebed tot God gewend te hebben, zóo vertrouwen.... Vorige Volgende