Opwaartsche Wegen. Jaargang 7(1929-1930)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 463] [p. 463] Café in kersttijd door Jan H. de Groot. Rood is het licht van rood papier om lampen, Hulst prijkt op tafels, langs de wanden, groen van sparretakken. Groc-glazen dampen. Naast koude borrels een slaatje met citroen. Vrouwen lachen zacht of luid en mannen praten. De juffrouw achter de piano speelt een mop, die jongens fluiten op de straten, Die ieder kent, en iedereen verveelt. Twee mannen in hemdsmouwen gaan biljarten. De een krijgt van den ander twintig voor. Vier kaarters kibbelen; één tierend vraagt om harten. De juffrouw speelt daar rustig tusschendoor. Ze speelt. 't Is uit. Ze wacht. 't Schiet haar te binnen dat 't Kersttijd is, en zonder zweem van spot schikt zij zich recht en gaat opnieuw beginnen, En speelt de menschen voor: ‘Eere zij God’. Eere zij God. Is dit een vloek! Het stormt. De wanden barsten. Wij allen zingen hemel saam tot hel. Eere zij God! 't Is Kersttijd in de kroeg. De wereld in Uw handen God een gekleurde bal in Uw volmaakte spel. Vorige Volgende