Opwaartsche Wegen. Jaargang 7(1929-1930)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] De jonge dienaar gods door Jan H. de Groot. Aan Nico Streefkerk. Hij gaf zich, God, aan U met heel zijn hart. Uw zegen heeft hij siddrend uitgezonden. Met de armen wijd gespreid; een kruis van zwart. Een mensch, Godlijk ontroerd, en bijna zonder zonden. Zijn spreken is een snelle zilvren vloed die overvloot van kracht, een stukgesprongen ader van Liefd' om Uwen troon; Gij wijdt zijn ziel en doet hem schuilen aan Uw hart. Zijn God, zijn Vader. Ik zag Uw wonder Heer, Gij daald' Uw hemel af. En stond temidden ons, om Uwen knecht t' ontvangen. Uw Koninkrijk, het kome!.... Ik zing over Uw graf Mijn snikkend lied, mijn juichend lied van groot verlangen. Vorige Volgende