Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] Augustus door A.J.D. van Oosten. Augustus heeft zijn tenten opgeslagen, en heerscht doorluchtig over 't heerlijk land, heiden en hemel zieden te' allen kant van 't goud en brons der schelle zonnevlagen. Hoogzomer ment der dagen vuurgen wagen de horizonnen rond, en wendt ten rand der ijle kimmen 's nachts den blanken brand van 't slapend licht tot nieuw en hèller jagen. De dennen broeien, de erica vlamt paars, 't fel vogellied vliet 't bosch vol van geluiden, 't groot levensland viert 't koningsfeest des jaars. Over 't gekroonde koren op den enk wuift warme wind zijn loomen groet uit 't Zuiden en kust de halmen in zijn zoelen zwenk. Vorige Volgende