Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Meiregen door J.H. de Groot. Een zilv'ren schat stroomd' uit den vollen hemel over de stad en 't zwarte land. De wereld zag verwonderd naar dien zegen. Een prins had in een kinderhand een schoon geschenk gelegd. Een mondje had verbijsterd ‘o’ gezegd, Twee groote oogen zagen omhoog en vroegen naar de ernst in 't spel gelegen. Het antwoord was een groote stelligheid. De regen stroomde neer in al z'n heerlijkheid, De wereld lachte verlegen. Vorige Volgende