Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Jonge vrouw door Martin Leopold. Gedroomde rozen, roode, zonder doornen, in de ovalen van haar witte handen, voelt zij, in lentemijmering verloren, een jong verleden in haar ziel ontbranden. Zij weet: de blanke vruchten van haar bloeien zijn rijp en rond, en zwellend van verlangen naar één, die, in een spel van teeder stoeien, het geurloos ooft zal in zijn handen vangen - Zij droomt, doorheen het vochtfloers van haar oogen, over het onvervulde in haar leven, en ziet, als door een koelen wind bewogen, de roode rozen in haar handen beven - en huivert, want, in witkristallen kelken, de blauwe bloesems van vervulling welken. - Vorige Volgende