Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Executie door J.H. de Groot. Gevangenen, - men kwam ze halen. Ze moesten sterven, - omdat ze pal stonden voor hun idealen. En die hen dooden zouden, waren andere idealisten, Die de noodzaak van dit dwaze spel niet wisten. Maar die toch schieten zouden op 't bevel van een hooggeplaatste schurk, die vloekte, fel van innerlijke verwardheid. De gebondenen, geplaatst tegen een grauwe muur waarboven verschrikte wolken joegen, lachten en stommelden; één had het zelfs spottend over z'n laatste uur. Toen klonk een kort commando: ‘vuur’!.... Als voddenzakken kwakten de stakkers over en op elkaar. Hun schietende makkers grinnikten om den koddigen tuimel van hun vallende figuur. De echo van het salvo vlood weg langs den gierenden wind, die de wolken joeg. En Satan reed op den rug van een grijnzenden dood. Hij schaterde luid dat het klonk langs den hemel, en sloeg op z'n dij, dat het klapte op aarde...... - - - - - - - - - - - - - - - - Er was ergens een engel, die de zielen vergaarde. Vorige Volgende