Opwaartsche Wegen. Jaargang 5(1927-1928)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 323] [p. 323] De dichter door E.A.J. van Eijsselsteijn Dichter is hij, die in eenzame uren peinzend den zin van het leven begrijpt, met schuwe hand naar de vluchtende, verre schaduw der Eeuwige Schoonheid grijpt - die in het zwijgende duister der nachten 't lichtend gelaat van de liefde bedroomt, bevend doorvoelt, hoe haar glimlach te weten wonderlijk teer al zijn denken vervroomt.... Dichter is hij, die de schoone gedachten en de glimlachende droomen behoeft, en dan te feller de heftige pijnen van onvervulde verlangens doorproeft, hij, dien het innig begeeren doorhuivert voor alle menschen een Broeder te zijn, en toch in weerloosheid staat in het leven wétend, van niemand begrepen te zijn - hij, die der dingen verwiss'lende vormen eeuwig-oneindige innerlijk ziet, en ondergaat, dat dit nooit is te vangen nooit uit te schreien in woorden of lied.... Vorige Volgende