Opwaartsche Wegen. Jaargang 5
(1927-1928)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 279]
| |
Gouden teugelsGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 280]
| |
zal 't dan ook daarom niet weerleggen, ook al omdat wij ons gezag aan de Standaard in dit opzicht mogen opzeggen. Op literair gebied zijn de teugels aan de Standaard al lang uit de handen geglipt.
* * *
Ik ga dan nu dat boek ‘Gouden Teugels’ bespreken en vertrouw dat de ‘correspondent’ van de Standaard tevreden zal zijn. De inhoud zal wel voor velen bekend zijn, het boek schijnt wel ‘te loopen’. Ik wil dan ook beginnen met de erkenning, dat ik dit boek buitengewoon sympathiek vind. Uit heel den inhoud straalt warmte, die daarom zoo weldadig aandoet omdat het bedoelt een Christelijk werk te zijn. Dat sympathieke is een niet onbelangrijke deugd; onze Christelijke boeken zijn op een paar uitzonderingen na, nu niet als zoodanig aan te duiden. Het zekere, welbewuste is niet tastbaar, alleen in idealen aangegeven. Nog eens met heel veel genoegen denk ik aan dit werk terug. Maar ik wil nu m'n bezwaren naar voren brengen. En dat zijn er niet weinige.
* * *
Ik wil volstaan met te wijzen op het groot aantal onwaarschijnlijkheden. Er ontstaat geen conflict, sterker, er is bijna geen handeling, of het onwaarschijnlijke komt zoo sterk naar voren dat ik bijna het predicaat ‘Christelijk’ zou achterwege laten. Ik heb zooveel plaatsen aangestreept, te veel om naar voren te brengen. Laat ik daarom een tiental even toelichten die 't meest opvallend zijn. Mevrouw Simsha van Werve is voor haar gezondheid drie jaar in Davos geweest en keert volledig hersteld terug, met een brandend hart vol liefde verlangt ze naar haar man en gezin. Zij heeft hoewel op een verren afstand met de haren meegeleefd. Geregelde correspondentie met haar kinderen en trouw maandelijksch bezoek van haar man hielden haar volledig op de hoogte van het leven thuis. Onwaarschijnlijk is het dat Simsha bij thuiskomst niets, maar dan ook niets meer van dat gezin begrijpt. Geen man en kind verstaat ze meer. Van een Christelijk gezin is 't een wereldsch, haast heidensch gezin geworden. Geen liefde onderling van de kinderen tot elkander, of tot den vader, maar ook Mark haar man is veranderd tegenover haar (bepaald in die laatste maand). Geen verheuging over haar thuiskomst, dat de vrouw, de moeder weer in hun midden is. Er is nu hoogstens een correcte beleefdheid tusschen man en vrouw. Ieder een eigen slaapkamer en bij het naar bed gaan een kus op het voorhoofd. Zulk een geheele omkeer moest uit de correspondentie, maar vooral uit de persoonlijke bezoeken zijn gebleken. Onwaarschijnlijk is verder door bijna geheel het verhaal, de houding die Simsha tegenover haar man inneemt. Simsha strijdt, maar alleen volgens de schrijfster. In werkelijkheid doet ze niets. Geen enkele stap treedt ze haren man tegemoet. 's Avonds | |
[pagina 281]
| |
een uurtje voor 't naar bed gaan, een gedwongen conferentie over de huiselijke aangelegenheden, waarbij Mark meer advocaat dan man en vader is. Mark is geassocieerd met een vrouwelijke rechtsgeleerde, waar hij in werkelijkheid verliefd op is. En omgekeerd is Mr. Rudi Rennenberg vol van gedachten voor haar ‘chef’. Simsha ziet niets, doet niets, begrijpt niets, onderzoekt niets en zegt niets. Ze blijft alleen rustig, vol attentie de aandacht trekken van haar man, door goed gekleed en goed geschoeid te gaan en jong te schijnen. Dat is geen strijden om eigen man terug te winnen, maar eigen man verleiden. Onwaarschijnlijk is 't dat Simsha haar oudste dochter Elisabeth veel te modern vindt, vooral in de kleeding, en zelf met overleg en alle zorg zich mooi maakt, zoodat het zelfs de kinderen opvalt. Onwaarschijnlijk is vooral de oplossing die de schrijfster aanwendt tot verbetering van deze dochter. Ondanks alle vermaan van de moeder blijft ze omgang houden, vooral aangemoedigd door kennissen van den vader, met een Engelsche niets-nut. Wat moet nu deze verhouding doen eindigen. Een auto-ongeluk waarbij de nietsnut natuurlijk sterft. Elisabeth schrikt natuurlijk.... maar is dan ook voor verandering, verbetering, bekeering vatbaar. Een heel goedkoope oplossing, vooral in een Christelijke roman. Onwaarschijnlijk is vooral 't leven en 't levenseinde van Mr. Rudi Rennenberg. Wanneer de omgang met Mark werkelijk onhoudbaar begint te worden, als niets een conflict kan voorkomen in de warme kamer, met twee jaren lang verliefde menschen ‘maar hoogstaande menschen die de grenzen weten’, wanneer het oogenblik is gekomen dat die grenzen beginnen te verflauwen, dan verdwijnt Rudi van het tooneel. Nu komt het. In Zwitserland loopt ze een kerk binnen en wordt getroffen door de woorden van een jongen prediker, en verklaart: ‘Ik hoorde U spreken over Christus, en weet weinig van Hem af.’ Geen bepaald gunstige uitspraak voor Simsha en haar gezin, wat door Rudi eenige jaren is bestuurd, waar ze leefde als een moeder voor de kinderen, die degelijk en vroom waren opgevoed. Mr. Rudi Rennenberg wordt bekeerd. Wat nu? Alweer een gemakkelijke oplossing. Ze maakt alleen een verren ski-tocht en 't is gemakkelijk te raden, ze valt.... en sterft. Gelukkig heeft ze nog één oogenblikje bewustzijn genoeg om op een papiertje een verklaring te schrijven, dat ze gevallen is, en niet aan moedwil gedacht zal worden. De bekeering zou dan minder effectvol geweest zijn. Nog kan ik wel aan dit einde een onwaarschijnlijkheid toevoegen. Er is in Davos een Amerikaan verpleegd, een millionair natuurlijk, die kennis gemaakt heeft met Simsha, daarna bekeerd is en tijdens het ongeval van Rudi in Zwitserland zwerft. Hij vindt dan gelegenheid een monument te doen plaatsen op het graf van Rudi waarop een tekst, door Rudi zelf gekozen en opgeschreven, speciaal in de oude spelling: ‘Opdat gij geloovet,.... en het leven hebbet....’ Nu heb ik ongeveer alle personen genoemd, er is evenwel nog één gezin dat niet | |
[pagina 282]
| |
is bekeerd. De familie van Houcke, vrienden van Mark. Er komt nu nog bij de van Werve's een kleintje. De van Houcke's worden peetouders, houden het kindje ten doop. En niets weerhoudt hen verder tot bekeering. Geen familie of personen die verder in 't boek voorkomen of ze zijn Christelijk. Daarom zal 't boek na deze laatste bekeering wel eindigen.
* * *
Ik zou nu 't aantal onwaarschijnlijkheden nog wel kunnen aanvullen met tientallen van kleine onmogelijkheden, maar ik acht dit overbodig. Aanmerkingen op stijl en vorm zal ik niet maken, omdat deze gebreken 't boek niet onleesbaar doen zijn. Of nu de bedoeling van de schrijfster gelukt is, om een christen-vrouw, een christenmoeder in een modern gezin, een moderne wereld te teekenen; maar bovenal om te laten zien de kracht, de overtuiging en rust die daar van uitgaat, dat betwijfel ik sterk. Daarvoor is er te weinig werkelijkheid in, en daarvoor voelt men veel te weinig dat het een christelijk gezin is. 't Milieu is veel te modern, te rijk, daarvoor is er veel te weinig Christelijke sfeer in het gezins-leven.
* * *
Maar ondanks dit alles een warm en sympathiek geschreven boek.
v. D. |
|