Opwaartsche Wegen. Jaargang 5
(1927-1928)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
Moderne poëzieGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 192]
| |
dan ook meestal niet meer dan een enkele goede regel, één woord, één beeld. Een gaaf gedicht is uitzondering. De geboorte, dat wel een voldragen gedicht is, is dan ook een verademing in de eentonigheid der grillige moderniteit. Toch is De geboorte in versbouw, in konstruktie zelf produkt van de geestesgesteldheid, die ik hierboven met weinig sympatie tekende. Een bewijs, dat er geen stroming zo zot is, of een werkelik dichter maakt er wat goeds van. En ieder die de ontwikkeling van onze poezië der laatste jaren gevolgd heeft, zal erkennen, dat ze haar sublieme momenten heeft. Toch is haar grootste fout haar overpersoonlikheid, haar lust om te overbluffen, te verbazen met taalacrobatiek. Het is een onverbiddelike wet in de literatuurgeschiedenis, dat literaire buitenissigheden wel een tijdje bewonderd worden, als reaktie op tekortkomingen van anderen ook wel hun betekenis hebben, maar toch al heel spoedig als historiese malligheid in het vergeetboek worden geplaatst. Ze volgen de weg van ketendicht, retrogade, marinisme, euphuïsme, gongorisme en andere modekwaaltjes van uitmiddelpuntige taal. Men wil de kunst te veel forcéren, door knapheid naar benee halen. Expressionisme wordt aanbidding van de uitdrukking en van uiterlikheden. Jan Engelman heeft in Het roosvenster geen gedicht geschreven, dat naast De geboorte kan worden geplaatst. Beate misericordes en Utrecht, hoewel in veel opzichten elkaars tegengestelde, zijn nog wel de beste. Maar het eerste wordt telkens verstoord, het is een hikkerig vers en kent stoplappen als: Ze is zijn zuster en anders niet,
terwijl Utrecht te anekdoties is om veel indruk te maken. Ik had deze opmerkingen ook vast kunnen knopen aan een bespreking van Erts 1927, dat in een opeenstapeling van bijna zonder uitzondering slechte verzen mijn beweringen onderstreept, maar ik vond het eerliker om een goed vers als De geboorte daarvoor te kiezen, en ontga daarmee ook het verwijt, dat ik een hele beweging oordeel naar een toevallig ongelukkig uitgevallen voorbeeld. v. H. |
|