wil Denant overleveren, maar de vrouw helpt hem, biedt hem aan, in de auto mee te rijden tot dóór 't naaste dorp. Als er een dame in de auto zit, zullen ze de wagen niet herkennen. De man verzet zich. Denant dreigt. En heeft daarmee de grenzen der gentlemanlike persoonlikheid overschreden. ‘Je moest nu maar liever gaan,’ zegt de vrouw. Denant bekent schuld, gaat, alléén. (VI).
De volgende episode speelt in 'n steengroeve. Denant ligt te slapen. Twee arbeiders vinden hem. Een ervan gaat de pachter halen. Deze komt, met 'n klein meisje De boer wil hem uitleveren, alleen 't meisje dringt door tot Denant's persoonlikheid, vraagt hem om z'n handtekening. Denant heeft nu wat geleerd: hij zal niet vechten nu, want er is 'n kind bij. Op 't laatste ogenblik weet hij nog te ontsnappen. (VII). Nu begint de vervolging eerst recht. Denant vlucht 'n landhuisje binnen, waarin twee dames aan 't theedrinken zijn. De één, zeer godsdienstig, wil hem uitleveren, de andere, gevoelig, redt hem, geeft hem thee, wil hem verbergen. Het gevolg is, dat de zusters gaan twisten. Denant mag daarvan de reden niet zijn, verdwijnt plotseling (VIII). De enige schuilplaats is nu: de consistorie van de kerk. De geestelike ontdekt hem. Wat moet hij doen? Z'n kerk is staatskerk. Christus - is een genie, en het is zeer moeilik om uit te maken, wat hij van ons eist. Bovenal: mag hij z'n dorpsbewoners bedriegen? Denant smeekt om rust; die geeft hij hem graag. En langzamerhand wordt het menselike gevoel in hem sterker, het breekt door op 't ogenblik als de vervolgers kloppen om binnengelaten te worden. Denant schuilt weg, en bijna heeft de geestelike ze door zijn imponerende houding weer weggewerkt, als de koppigheid van de boer 't pleit beslist. Zeg op uw woord van Christeneer dat gij hem niet gezien hebt, vraagt hij. En de geestelike? Hij zal het doen. Maar dat mag Denant niet van hem vragen. En hij komt te voorschijn uit z'n schuilhoek, waar hij, zogenaamd buiten weten van de geestelike, verborgen zat. Hij heeft de harde waarheid leren verstaan: It 's one's decent self one can 't escape. En onder de zegening van de priester, ‘God keep you’, wordt hij weggeleid.
Een merkwaardig stuk! Galsworthy heeft hiermee het verbleekte thema van de vervolgingsfilm op 't toneel gebracht. Hij durft dit thema aan met al de toevallig-komiese momenten, die er aan verbonden zijn. Twee bewakers, die elkaar beetpakken inplaats van een gevangene, 'n man onder 'n bed in 'n damesslaapkamer, 'n dienstbode, die 'n kamer inspecteert, terwijl de man, die ze zoekt, vlak bij haar is, achter de deur. Maar Galsworthy weet niet alleen de moeilikheden die hier door de locale beperking op 't toneel als vanzelf oprezen, te overwinnen. Hij weet 't genre met een te veredelen, doordat hij de factor der psychologie introduceert.
Meer dan dat. Hij gebruikt de eigenaardigheden van zijn thema tot z'n eigen voordeel. Tussen de eerste scene van z'n vlucht (III) en de twede (IV) liggen dertig uren, tussen de twede en de derde (V) zeven, en steeds wordt de tussenruimte korter, de spanning groter. In steeds korter tijd - onder de jacht van een vervolging - moet 't psychologies proces zich ontwikkelen, dat in de eerste episode