Het boek van Harry Söjberg is eigenlik een trilogie, waarvan alleen het laatste deel ‘In het land der levenden’ heet. Het is het verhaal van een jonge Deense boer, op wiens familiehoeve een vloek rust. Steeds sterft er de vrouw van de boer jong. Niels Karre, de jonge boer, kiest zich een vrouw buiten zijn geboortestreek, die van de vloek niet weet. Maar onwetendheid weert het noodlot niet. Steeds dichter kruipt het nader. Tastbaar wordt de dreiging in de wervelende stormwind op het oogstland. Tot vervulling schijnt de vloek te komen, wanneer Kirsten als jonge moeder machteloos en verbijsterd neerligt, als lichamelike en geestelike verslapping haar uit het leven schijnen te doen wegzinken. Zelfs de liefde, persoon geworden in de ‘gekke’ dominee, kan voorloopig maar gedeeltelike opwaking brengen en de vlucht naar haar ouderlik huis schijnt het enige, waardoor ze zich aan de vloek kan onttrekken. Ondertussen strijdt Niels Karre alleen de strijd om zijn geluk. De taak is soms te zwaar voor hem. Hij brandt de oude zonde van zijn geslacht uit zijn leven, als hij de strandroof te keer gaat in zichzelf, in zijn vader en aan ieder die zich wil vergrijpen op zijn grond, ook al kost het hem de vijandschap van een felle hater als Peer Straane. Hij wijst het heidendom af in de persoon van Sören Döde, hij buigt zich, breekt zich voor ‘de leeraar’ en ‘de heiligen’, om te boeten; aan niets onttrekt hij zich, hopende van hen de opheffing van de vloek, tot bij de dood van de heilige Anna hij zijn steun, zijn vertrouwen verliest.
De liefde wint ten slotte. De gekke dominee is de stralende figuur, die door het hele boek heen, ondanks smaad, vervloeking en ontzetting uit zijn ambt de overwinning wegdraagt. Hij is het die aan het eind zegenend zijn handen op de hoofden van Niels en Kirsten legt.
Mikaël en In het land der levenden zijn beide een belijdenis. In de woorden waarmee ik dit opstel begon plaatste ik ze reeds tegenover elkaar. Mikaël is het boek waarin de liefde het verliest van de krankzinnige vleselikheid, niet alleen in de figuur van de hoofdpersoon. In het werk van Söjberg wint de liefde het van de bovenmenselike geslachtstraditie. Mikaël is tot wanhoop verstarrende twijfel aan het leven. In het land der levenden is juichend vertrouwen in het leven. Mikaël is een knap, streng gekomponeerd werk. In het land der levenden is een grillig, bont, romanties verhaal. In Mikaël een verfijnd milieu van aristokraten, kunstenaars en intellektuelen, in het andere boeren en vissers, al zit er ook wel in de Meester Claude Zoret, de taaiheid van een oude boer, als hij niet sterven kan zonder een erfgenaam en daarom Mikaël niet verlochent.
Jeruzalem is een reisverhaal, dat zijn betekenis ontleent aan de zeer persoonlike verhaaltrant van de schrijver, die artiest en aangenaam mens, boeit en prettig stemt, die veel ziet en veel weet, die soms zich naïef laat gaan, en altijd een vlot verteller is.
Deze drie boeken, verschillend van aard en vorm, zijn zeker niet de minste onder de vele vertalingen, die tegenwoordig verschijnen. Vooral In het land der levenden is een boek om te bezitten.