Dr. J.H. Leopold.
De bladen hebben het overlijden ook van dezen dichter vermeld. Bij dit sterven hebben velen teruggedacht aan den dood van Couperus. Immers kwam bij Couperus na het feest van zijn 60en verjaardag, de plotselinge dood de vreugde wegnemen, ook Dr. Leopold is voor eenige dagen als 60 jarige herdacht. En ook bij hem heeft de dood de vreugde niet geacht. Maar daar is na deze tragische overeenkomst een geweldig verschil. Sterker naar voren komend wanneer men even een overeenkomst tracht te zoeken. Couperus is ‘gevierd’ en Leopold is ‘herdacht’, omdat 't gold een wereldling en een wereldvreemde. Een man door ieder gekend en erkend, en een eenling bijna een eenzame, door zeer weinigen gekend.
Hoe weinigen hebben van 't leven van dezen dichter kennis genomen en hoe weinig weten velen van zijn sterven. Maar 't weinige dat hij gaf, is van grooten inhoud.
***
Van Deyssel noemde hem ‘den minst-sprekende’ der jongeren. En Boutens karakteriseerde zijn poëzie, als ‘een bijna zwijgen’. En dat alles is nu weer voorbij zijn lichaam is ‘verascht’. Deze enkele woorden, een enkele bundel verzen, dat is al.... Dat is al hetgeen de mensch gezien heeft van dezen mensch, die inzichzelf leefde en op den achtergrond bleef. Een eenzame met een modernen geest. En nu blijven enkele verzen nog nazingen.
Van nu en gister en altijt;
Nog enkele regels, woorden.... en hij is vergeten.
Heeft hij dan vergeefs geleefd?
v. D.