Opwaartsche Wegen. Jaargang 2(1924-1925)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 347] [p. 347] Het einde door E.L.S. Twaalf lange slagen zijn nu uitgeklonken, Gonzende tonen van de bronzen tongen, Die aan den klokketoren zijn ontsprongen, En in de diepe heemlen weggezonken. Thans is het wereldfeest van zonde dronken! Kondde het dreunen der geslagen gongen, Langs wolkgewelven langzaam voortgezongen. Geen dageraad is sinds meer aangeblonken. Het was de laatste klop van 't wereldhart: Toen werd het stil. Zoo was de Tijd gestorven. De aarde had een donkere rust verworven, Een heete wind sloeg uit het broeiend zwart.... Maar uit een verre ster werd plots geboren. Cithermuziek en ruischend' englenchoren. Vorige Volgende