Opwaartsche Wegen. Jaargang 2(1924-1925)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] [Nummer 3] De Gebondene in de Lente door E.L.S. Stil lig ik in den harden grond gebonden Ik huiver in den kerker van mijn koude, Mijn hart heeft maar een zwakken klop behouden Mijn denken maakt zijn eindelooze ronde, Van eendre schreden, die geen uitweg vonden, Ofschoon zich vergezichten overal ontvouwden, Waar echter nooit de voeten treden zouden: Wij zagen meer dan wij bereiken konden. De wereldwinter heeft ons vastgevroren De geest licht in het stijve lijf geklemd. De vorst verteert ons dunne doodenhemd. Wij kunnen slechts van ver de wereld hooren. Hoor, hoor! De voeten van de lente komen! De zoelte! Ik sta! Is Gods advent gekomen? Vorige Volgende