Opwaartsche Wegen. Jaargang 2(1924-1925)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Agnosticus door E.L.S. Door de dunne, brooze muren, Die de dingen om mij maken, Hoor ik al de lange uren Van den stroom het zacht murmuren: Maar mijn hart wil niet ontwaken! Zie, hoe aarzelen de voeten, Schoon door dorstgeplaagde droomen Dringen sterk de lokkend zoete Tonen, om te gaan begroeten Wat als lafenis wil komen. Ach, ze willen niet gelooven Dat uit overvolle sprengen Tusschen weelderige hoven 't Eeuwig water komt naar boven Om een koelen dronk te brengen. Tot den klank van 't zilvren vloeien Heeft mijn ziel zich opgeheven, Maar door vrees voor 't wakkerbloeien Uit haar sluimerziek vermoeien Is zij weer in slaap gedreven. 'k Zie mijn eigen adem hijgen, Half gesloten zijn mijn oogen, Dingen, die nog binnenzijgen Grauwe schemerkleur verkrijgen En zij zijn tot schijn verlogen. Door de dunne, brooze muren, Die de dingen om mij maken, Hoor ik al de lange uren Van den stroom het zacht murmuren; Maar mijn hart wil niet ontwaken! Vorige Volgende