Optima. Jaargang 2
(1984)– [tijdschrift] Optima– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
Bas Heijne
| |
[pagina 185]
| |
maakten Italië tot een land van bloedrode zonde. Je kon maar beter thuisblijven. De beste manier om je toegang te verschaffen tot de schatkamer van de klassieke wereld en die van de Renaissance, zo luidde het oordeel van de Engelse puriteinse geestelijkheid, was er thuis bij de Engelse haard over te lezen. Er zijn maar drie redenen om het Kanaal over te steken, schreef bisschop Hall in zijn Quo Vadis? A lust Censure of Travell, dat in 1617 het licht zag: allereerst voor je gezondheid, ten tweede voor handel en ten slotte voor staatszaken. In alle andere gevallen is het zinloos, verspilling van geld en moeite; in Engeland is immers alles beter? Here is that sweet peace which the rest of the world admires and envies; Here is that gracious and well tempered government, which no Nation under heaven may dare offer to parallel; Here all the liberal Arts reigne and triumph.Ga naar eindnoot2 Uit deze periode stamt ook de populariteit van het dictum Inglese italianizzato diavolo incarnato, dat kort en bondig samenvatte wat er kon gebeuren met een godvrezende Engelsman die zich al te zeer inliet met het sinistere en corrumperende klimaat van het Zuiden. Het probleem was dat de Engelsen van oudsher hevig geïnteresseerd waren in de Italiaanse geschiedenis (en dan vooral in wat we tegenwoordig de Renaissance noemen), kunst, taal en staatkunde, maar geenszins in de Italianen zelf. Reizigers die de Grand Tour ondernamen waren geneigd haastig het voorgeschreven parcours af te leggen, de ‘juiste’ kunstvoorwerpen en gebouwen te bekijken en - als daar tijd voor was - te schetsen, en vervolgens weer zo snel mogelijk naar hun vaderland terug te keren; een manier van reizen die associaties oproept met de Amerikaanse en Japanse zogenaamde package-tours (in plaats van dia-avonden te houden stelde de Italië-ganger zijn schetsen en aquarellen ten toon of publiceerde een reisverslag, eveneens een gebruik dat vandaag de dag helaas weer populair is). Iedere sociologische belangstelling voor de bevolking | |
[pagina 186]
| |
ontbrak en zelfs een fraai landschap kon zelden iemand verleiden van de platgetreden paden af te wijken. De Romantiek blies de in de achttiende eeuw sterk afgenomen interesse voor Italië weer nieuw leven in.Ga naar eindnoot3 Het waren vooral de dichters uit die periode die voor het eerst oog kregen voor Italië als land, voor volk, cultuur en bovenal het landschap, waarin heden en verleden een onscheidbaar geheel vormden. Maar opnieuw waren het de sensationele gebeurtenissen - waar of verzonnen - uit de Italiaanse geschiedenis die een enorme massa minder begaafde schrijvers tot onderwerp dienden. De plotselinge belangstelling voor de Middeleeuwen, tot dan toe een verguisde periode, was er de oorzaak van dat het Italiaanse landschap, altijd beschreven in termen als weids, heuvelachtig en regelmatig, in de Engelse literatuur plotseling een ‘gotisch’, bijna Noord-Europees uiterlijk kreeg: donkere, woeste wouden en grillige rotsmassieven, vol sombere ruïnes van kastelen en geheimzinnige, afgelegen kloosters vormden steevast het decor van een onafzienbare reeks bloedstollende gebeurtenissen. In de ‘gotische’ romans werd Italië een land van diabolische monniken, struikrovers, maagden in nood, zwijgzame vreemdelingen en praatgrage bedienden. En nog altijd school er in iedere Italiaan een potentiële moordenaar: een flitsend mes tijdens een gemaskerd bal, een reukloos gif in een verfijnd gerecht, een lichaam in het Canal Grande tijdens het Carnaval: het was onweerstaanbaar.Ga naar eindnoot4 Ook in de negentiende eeuw was Italië voor de Engelsen een grabbelton vol emotionele uitersten, uitersten die in de Engelse, burgerlijke maatschappij nu eenmaal niet voor het opscheppen lagen (‘Une nation de boutiquiers’, was het oordeel van Napoleon, dat door de Engelsen zelf nog regelmatig met zelfgenoegzame bescheidenheid wordt aangehaaldGa naar eindnoot5). Pogingen van serieuze historici om tot een genuanceerder beeld van het land en zijn geschiedenis te komen, konden buiten een kleine kring slechts op weinig respons rekenen: voor de prozaïsche werkelijkheid had men geen belangstelling. | |
[pagina 187]
| |
De gewoonte kritiek te leveren op Engeland door het te vergelijken met een ander land, gewoonlijk Italië of Frankrijk, was zo oud als de spreekwoordelijke weg naar Rome. Zo werd bijvoorbeeld tijdens de Renaissance en ook later nog de staatkundige organisatie van Venetië altijd als de ideale bestuursvorm aan Engelse politici ten voorbeeld gesteld, zelfs toen dit allang niet meer in overeenstemming was met de werkelijkheid. Forsters twee eerste romans (A Room with a View werd als derde gepubliceerd, maar als eerste geschreven) passen ten dele in deze traditie. Het is dan eigenlijk ook misleidend om Where Angels Fear to Tread en A Room with a View ‘Italiaanse’ romans te noemen, want hoewel in beide boeken Italië de eigenlijke hoofdpersoon genoemd zou kunnen worden, probeert Forster op geen enkele manier een volledig of zelfs maar realistisch beeld van het land te geven. Italianen spelen in deze boeken een betrekkelijk kleine rol en slechts een derde van A Room with a View speelt zich in Italië af. Daarbij bezat Forster, en dit verklaart een heleboel, slechts een uiterst geringe kennis van de Italiaanse samenleving, iets dat hijzelf overigens ruiterlijk heeft toegegeven. Zijn boeken zijn ‘Anglo-Italiaans’, ten eerste omdat het Italië dat erin beschreven wordt slechts de som is van de observaties van een buitenstaander, een Engelsman; ten tweede omdat alles wat Forster over Italië en de Italianen zegt, in direct verband staat met wat hij wil zeggen over Engeland en de Engelsen. Maar Forsters Italië is meer dan alleen een spiegel. Het is in de eerste plaats symbool, zoals ‘Europa’ een symbool is in Henry James' The Ambassadors, dat twee jaar voor Angels verscheen en vaak en terecht met dit boek vergeleken wordt.Ga naar eindnoot6 Het is Italië als een symbolische kracht dat Forsters personages de kans geeft zich te bevrijden van de benauwde conventies van hun (middle-class) milieu en hen zicht geeft op een ‘direct’, natuurlijk leven, dat rijker en vollediger is. Anders dan in zijn latere boeken, zoals bijvoorbeeld in Howards End (1910), is het | |
[pagina 188]
| |
in deze vroege romans niet de opzet van Forster een maatschappijvisie uiteen te zetten; hij is allereerst in zijn personages geïnteresseerd als individuen, in de ontwikkeling van hun ‘onontwikkelde’, Engelse hart.Ga naar eindnoot7 Social comedy vormt weliswaar een belangrijk onderdeel van beide romans en geeft ze een lichtheid van toon die in het latere werk verdwenen is, maar het is altijd middel en nooit doel.
Uitzichten, op een weids landschap onder een wolkenloze hemel, vormen een leitmotiv in beide boeken. Wat deze views als metafoor voor Forster inhouden is vergelijkbaar met de ervaring van ‘de jongen’ in het gelijknamige gedicht van Nijhoff: Toen was het of een deur hem openwoei
En hij de verten van een landschap zag,
Hij zag zichzelf daar wand'len in een dag
Zwellend van zomer en van groenen groei.Ga naar eindnoot8
Een dergelijke semi-religieuze ervaring is een zogenaamd ‘eeuwig moment’, een symbolisch moment van waarheid en een visioen van universele harmonie. In principe biedt Italië aan een ieder de kans om tot zulke momenten van inzicht te komen, maar voor de sterk geremde Engelsen is het een lange en moeizame weg. De reis naar Italië is bij Forster metafoor voor het leven zelf. (Zoals de grijsaard in Nijhoffs gedicht het uitdrukt: ‘Jongens, het leven is een vreemde reis,/ maar wellicht leert een mensch wat onderweg.’) In de twee Italiaanse romans is de houding die de verschillende personages tegenover Italië innemen gelijk aan hun houding tegenover het leven. Dit wordt het best geïllustreerd aan de hand van Where Angels Fear to Tread (1905), de eerste roman die Forster publiceerde. Het contrast Engeland-Italië wordt hier gesymboliseerd in de tegenstelling tussen het bekrompen, Engelse Sawston, met zijn ‘twee-onderéén kap huizen, snobistische scholen, boekenmiddagen en bazaars’ en het Italiaanse provinciestadje Monteriano, geba- | |
[pagina 189]
| |
seerd op San Gimignano, dat Forster tijdens zijn eerste Italiaanse reis bezocht had. Sawston is het natuurlijke terrein van de Herritons, moeder, zoon Philip en dochter Harriet. Ze komen in direct contact met Monteriano wanneer hun vulgaire schoondochter/zuster Lilia, met de degelijke juffrouw Abbott als chaperone, voor een jaar naar Italië vertrekt en na een half jaar vanuit dat stadje het bericht stuurt dat ze verloofd is met een Italiaan. Philip wordt door de familie uitgezonden om het huwelijk te voorkomen, maar komt te laat: Lilia blijkt reeds getrouwd met Gino Carella, de zoon van een tandarts uit Monteriano. Na deze sociale wandaad heeft ze natuurlijk afgedaan voor de Herritons, maar de misère begint opnieuw wanneer ze sterft en een baby blijkt te hebben achtergelaten. Juffrouw Abbott, die zich verantwoordelijk voelt voor Lilia's mesalliance, dreigt het kind eigenhandig uit Italië te gaan halen, een gedachte die onverdragelijk is voor mevrouw Herriton (‘Ze kon niet verdragen minder menslievend te lijken dan een ander.’). Philip wordt opnieuw naar Monteriano gestuurd, ditmaal vergezeld door Harriet, met de opdracht de baby koste wat het kost aan de vader te ontfutselen, een reddingspoging die op een desastreuze manier eindigt met de dood van de baby. In Angels maakt Forster gebruik van de misvattingen en vooroordelen die de Engelsen van oudsher jegens Italië gekoesterd hebben. In de bewoners van Sawston vinden we alle traditionele typen terug, van Italië-hater tot Italië-dweper. Allereerst is er mevrouw Herriton, die niet gelooft in ‘romantiek, metamorfosen, historische parallellen of in iets anders dat het huiselijk leven zou kunnen verstoren’, kortom, de moderne equivalent van bisschop Hall. Ze staat volkomen onverschillig tegenover de charmes van Italië en weigert categorisch de weldadige invloed ervan te ondergaan. Haar machinaties om de ‘Italiaanse’ baby van haar overleden schoondochter uit Italië te krijgen vormen weliswaar de aanleiding van de Italiaanse reizen van Philip, Harriet en juffrouw Abbott, maar zelf reist zij niet. | |
[pagina 190]
| |
Hij [Philip] zag in dat haar leven zonder betekenis was. Waartoe diende haar diplomatie, haar onoprechtheid, het voortdurend verdringen van haar levensdrift? Maakte ze er iemand beter of gelukkiger door? Maakte het haar zelf eigenlijk wel gelukkig? Harriet met haar sombere, kleinzielige geloof en Lilia met haar hang naar vermaak waren allebei uiteindelijk te verkiezen boven deze systematische, actieve, nutteloze machine.Ga naar eindnoot9 Haar definitieve oordeel over Italië is dan ook geheel in overeenstemming met vijf eeuwen Engels vooroordeel: ‘Het mag er dan wemelen van de mooie schilderijen en kerken, uiteindelijk kunnen we een land slechts beoordelen op zijn bewoners en op niets anders.’ Haar dochter Harriet, wier ‘enige ervaring met het vasteland bestond uit zo nu en dan zes weken in het protestante deel van Zwitserland’, is al even ongevoelig als haar moeder en mist daarbij haar geslepenheid. Haar morele onbuigzaamheid en haar onwil om zich over te geven aan de bevrijdende invloed van Italië doen een luchtige komedie ontaarden in een tragische nachtmerrie. De meest in het oog vallende eigenschappen van haar en haar moeder, gebrek aan verbeeldingskracht en hypocrisie, vormen volgens Forster een onmiskenbaar onderdeel van de Engelse volksaard: ‘Deze eigenschappen kenmerken de middle-class in ieder land, maar in Engeland zijn het tevens nationale karaktertrekken, want alleen in Engeland zijn de middle classes al honderdvijftig jaar aan de macht.’Ga naar eindnoot10 Harriets reis naar Italië geeft Forster de gelegenheid het contrast Engeland-Italië, Noord-Zuid, hoofd-hart optimaal te illustreren, bijvoorbeeld in de beschrijving van een bezoek aan een plaatselijke uitvoering van Lucia di Lammermoor: Het koor van Schotse vazallen barstte uit in geschreeuw. Het publiek begeleidde met getik en geklap en deinde mee met de melodie als koren in de wind. Hoewel Harriet niets om muziek gaf, wist ze hoe ze ernaar moest luisteren. Ze uitte een bijtend: ‘SSSH!’ | |
[pagina 191]
| |
‘We moeten vanaf het begin laten zien waar we staan. Ze praten.’ Een ander uiterste vormen degenen die luidkeels hun liefde voor Italië en de Italianen verkondigen en dwepen met alles wat Italiaans is of erop lijkt, maar er in werkelijkheid slechts sentimentele en clichématige ideeën op na houden. ‘Moet je die aanbiddelijke wijnkar zien,’ zegt juffrouw Lavish, schrijfster van hartstochtelijke ‘Italiaanse’ romans, in A Room with a View. ‘En wat staart die koetsier naar ons, de goede, simpele ziel!’ Personages als juffrouw Lavish zijn de spirituele erfgenamen van de ‘gotische’ schrijfsters, zoals bijvoorbeeld Ann Radcliffe, die in The Italian (1797) uitgebreide, sfeervolle landschapsbeschrijvingen gaf zonder ooit een voet in Italië gezet te hebben. Het is een dergelijke, simplistische kijk op Italië die de oorzaak is van de tragische mislukking van Lilia's huwelijk, een mislukking die door Forster zelfs ‘onvermijdelijk’ wordt genoemd. Het beeld dat Lilia van Italië heeft is afkomstig uit romans als die van juffrouw Lavish, het is irreëel, sentimenteel en niet geworteld in ervaring. Monteriano is voor haar zo aantrekkelijk omdat het Sawston niet is, en Gino omdat hij de tegenpool is van haar prozaïsche eerste echtgenoot, Charles Herriton.
Zoals eerder gezegd: de personages die zich openstellen voor de invloed van Italië wacht een lange weg vol obstakels. Philip Herriton, die het meest van Forster zelf in zich draagt, moet eerst alle stadia - enthousiasme, dweperij, desillusie, haat - doorlopen voordat hij Italië uiteindelijk leert liefhebben voor wat het is. Van alle Sawstonians is hij de enige die wanneer het verhaal aanvangt al eens in Italië is geweest: | |
[pagina 192]
| |
Op z'n tweeëntwintigste maakte hij met een stel neven een reis naar Italië en daar absorbeerde hij in één esthetische ervaring olijfbomen, blauwe luchten, fresco's, herbergen, heiligen, boeren, mozaïeken, beelden en bedelaars. Het kwam terug met het air van een profeet die Sawston zou hervormen, of anders verwerpen. Alle levensdrift en bezieling van een leven zonder vrienden waren opgegaan in zijn strijd voor de schoonheid. Het is deze - nogal pedant gestelde - waarheid die Philip zich langzamerhand realiseert, en zijn veranderende kijk op Italië weerspiegelt zijn innerlijke ontwikkeling. Het nieuws van Lilia's huwelijk met een Italiaan brengt zijn hypocrisie aan het licht: ‘Drie jaar lang had hij de lof der Italianen gezongen, maar de gedachte hoe het zou zijn er een in de familie te hebben was nooit bij hem opgekomen.’ En wanneer hij als een marionet van zijn moeder naar Monteriano reist om het huwelijk te verhinderen en hoort dat het om de zoon van een tandarts gaat, wordt hij bevangen door de angst dat de romantiek uit zijn leven zal verdwijnen (‘Een tandarts! Een tandarts in Monteriano! Een tandarts in sprookjesland!’). Maar, verzekert Forster zijn lezers, romantiek sterft alleen met het leven zelf. ‘Met geen nijptang kan het uit ons getrokken worden. Maar er bestaat een vals sentiment dat niet bestand is tegen het onverwachte, het ongerijmde en het groteske. Zodra het daarmee in aanraking komt, gaat het loszitten en hoe sneller we ervan verlost worden, hoe beter.’ De ineenstorting van ‘het land van de schoonheid’ maakt van Philip tijdelijk een willige medeplichtige aan de strategieën van zijn moeder. Hij laat zich opnieuw naar Monteriano sturen om de baby van de vader te kopen. Maar eenmaal overge- | |
[pagina 193]
| |
leverd aan het Italiaanse klimaat, ondergaan zijn gevoelens een blijvende verandering. Juffrouw Abbott, die eveneens naar Monteriano gereist is en als eerste zal overlopen naar de kant van Gino, deelt hem mee dat Gino spijt heeft van een duw die hij Philip tijdens zijn eerste bezoek gegeven heeft. Haar opmerking maakt een diepe indruk op hem: ‘De romantiek was terug in Italië; er woonden geen proleten; het land was mooi, beschaafd en beminnelijk als vanouds.’ Vanaf dit moment staat hij in zijn hart aan de kant van Gino, maar durft, in tegenstelling tot juffrouw Abbott, niet openlijk te kiezen. Hierdoor wordt hij uiteindelijk min of meer medeplichtig aan de dood van de baby, die door Harriet ontvoerd wordt en op de weg naar Monteriano bij een botsing van twee rijtuigen om het leven komt. Als een soort vergelding voor zijn nalatigheid volgt een confrontatie met de primitieve, wrede kant van Italië: wanneer Gino het nieuws van de dood van zijn zoon hoort, probeert hij Philip te wurgen. Deze gewelddadige scène wordt onderbroken door juffrouw Abbott, die tussenbeide komt en de twee mannen dwingt zich met elkaar te verzoenen. Philip ondergaat een bijna religieuze ‘bekering’ (conversion) en is ‘gered’ (saved). Engeland en Italië, Noord en Zuid, hoofd en hart hebben elkaar ontmoet en Philip uitzicht gegeven op een leven dat groots en compleet kan zijn. Zijn geestelijke ontwikkeling - van jeugdig enthousiasme, via esthetisch snobisme en volledige desillusie, naar een volwassen levensvisie - zou een verslag van zijn liefdesaffaire met Italië genoemd kunnen worden. In deze eerste twee boeken gebruikt Forster Italië als een symbolische kracht waarmee hij zijn personages confronteert. Hun reactie bij deze confrontatie spiegelt hun karakter en levenshouding. Alleen degenen die ingaan op wat Italië - en dus het leven zelf - te bieden heeft, Philip Herriton en juffrouw Abbott in Angels en Lucy Honeychurch in A Room with a View - wacht een geestelijke bevrijding. In de Italiaanse romans hebben de mensen hun eigen lot in handen; sociale aspecten, zoals geld, macht en standsverschil, spelen een ondergeschikte rol. | |
[pagina 194]
| |
Er bestaat geen grote spanning tussen individu en maatschappij. Dit maakt ze, ondanks tragische elementen, tot komedies. De wijze waarop Forster Italië gebruikt om uiting te geven aan zijn levensvisie plaatst hem in de lange traditie van Engelse schrijvers die dat land hebben gebruikt ter illustratie van hun morele lessen. Tegelijkertijd is Forster zich bewust van deze traditie en maakt de uitingen ervan tot doelwit van zijn satire; een paradox die hem af en toe in moeilijkheden brengt, vooral wanneer hij zich schuldig maakt aan hetzelfde snobistische estheticisme dat hij veroordeelt in Philip Herriton. Om uiting te geven aan zijn latere, sombere en oneindig veel complexere levensvisie voldeed de simpele tegenstelling Engeland-Italië niet meer. De inspiratie daarvoor vond Forster op een continent dat net als Italië een uiterst gecompliceerde verhouding met Engeland onderhield en dat het decor vormt voor zijn meesterwerk: India. | |
[pagina 195]
| |
Alle romans van E.M. Forster, alsmede Aspects of the Novel, The Hill of Devi en zijn twee essaybundels zijn in een Penguinuitgave verkrijgbaar. Maurice is in een Nederlandse vertaling verkrijgbaar (Athenaeum-Polak & Van Gennep). Van A Passage to India is ooit bij de Arbeiderspers een vertaling verschenen onder de titel De echo van de Marabar (wat eerder associaties oproept met het werk van Karl May); een nieuwe vertaling verschijnt dit najaar bij Athenaeum-Polak & Van Gennep. |
|