Optima. Jaargang 2
(1984)– [tijdschrift] Optima– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Boudewijn Büch
| |
[pagina 47]
| |
zestiende-, zeventiende- en achttiende-eeuwse kookboeken bijzonder zwaar hebben. De verzamelaar van Goetheana heeft niet - en dat wordt vaak gedacht - als grootste verlangen het in bezit krijgen van de eerste druk van Werther. Qua veiling- en antiquariaatsaanbod is deze roman betrekkelijk courant. Los, uiteraard, gedacht van de prijs. In dit hele artikel zal ik niet of nauwelijks spreken over de prijs van een boek. De lezer moet voor dit even aannemen dat hij alles kan betalen. Hij waant zich maar een Bodmer, de puissant rijke Zwitserse verzamelaar (1899-1971)Ga naar eindnoot3. Sommige roofdrukken van de Werther zijn minder courant dan het door Goethe gebillijkte origineel. Goethe's latere roman Die Wahlverwandtschaften is meer gewild, bij Goetheomanen, dan menige Faust-druk die tijdens Goethe's leven verscheen. Nog curieuzer: zelfs reprints van Goethe's werken zijn een collecters-item aan het worden. De fotomechanische herdruk - inderdaad uitgevoerd - van Die Wahlverwandtschaften (1809), in 1982 in achthonderd exemplaren verschenen te Stuttgart, is nu reeds gezocht. Laat staan een eerder reprint die aan het begin van deze eeuw verscheen. De reeks Goethe's Werke in Form und Text ihrer Erstausgaben neu herausgegeben von Karl Georg Wendriner (Morawe & Scheffelt Verlag, Berlin, o.J., in deze uitgave verscheen ook de zojuist genoemde eerdere Die Wahlverwandtschaften-reprint) is zowel uitermate kostbaar als zeldzaam aan het worden. De vierdelige Wilhelm Meisters Lehrjahre-editie (met separaat meegebonden Anhang en meegereproduceerde partituren) is vooral een gezocht item in Amerikaans Universiteitsbibliotheekkringen. Het recente reprint-spektakel werd vooral op gang gebracht door de Amerikaans-Oostenrijkse bibliofiel, antiquaar en handelaar H.P. Kraus. Deze en andere (fotomechanische) reprint-uitgevers hebben de - dikwijls zelfs heel lelijke - reprint doen verworden tot een easy moneymaking industry. Dat leidt tot eigenaardigheden als in het geval van de Nederlandse filosoof Hemsterhuis. Het is mij gebeurd dat ik het origineel van zijn oeuvres Philosophiques (Leeuwarden, 1846-1850) voor | |
[pagina 48]
| |
minder geld kocht dan de eerder aangeschafte reprint-uitgave (Georg Olms Verlag, Hildesheim/New York 1972). Juist terwijl de reprint-mogelijkheden na de oorlog zo angstaanjagend toenamen - het origineel is dikwijls nauwelijks meer te onderscheiden van de fotomechanische nadruk; de Japanse prestaties daaromtrent zijn schier ongelooflijk- werd de markt overspoeld met slecht in elkaar geramde rimram. Elke boekenkoper zal wel de boeken kennen met prenten die in nadruk zelfs niet meer doen denken aan het origineel. Het is alles grijs en soms zelfs geheel wit wat de klok slaat. Antiquaar Horodisch gaf onlangs een voorbeeld van een bijna niet te ontdekken nadruk. (Hier was sprake van een Gesammtnachdruck, letter voor letter nauwkeurig nagezet, de reprintindustrie van heden doet eigenlijk niets meer dan fotograferen en in het beste geval kleur- of tintcorrecties toepassen.)Ga naar eindnoot4 De prestaties van de Goethe-reprint aan het begin van deze eeuw zijn niet te versmaden. Het wordt niet steeds duidelijk of hier sprake is van een letterlijke nadruk of een fotomechanisch of fotolithisch procedé. Een prachtig voorbeeld van wat Duitsland vermocht in 1900 gaf het Verlag der Goethe-Gesellschaft.Ga naar eindnoot5 Dit publiceerde als vijftiende deel van de Schriften Goethe's Elegie / September 1823. In een separaat bijgeleverd schriftje staan de wetenswaardigheden bij het pijnlijk nauwkeurig nagebootste handschrift van Goethe (door Bernhard Suphan). Het ‘handschrift’ in blauwe band met goud, roze schutbladen en in rood en wit zijden gestoken en gebonden, is bijkans volstrekt gelijk aan het enige originele exemplaar in de Weimarse bibliotheek. Aldaar heb ik het origineel in handen gehad en ware ik een boef geweest dan had ik het, ware er een secundair Goethe-talent in de buurt geweest, wellicht met gemak kunnen verwisselen zonder opstand of opzien te baren. Wat deze reprint zo aantrekkelijk maakt is het Kommentar- Heftchen met ruim voldoende toelichting. De moderne reprint-industrie lijkt vaak uitsluitend op gemakkelijk geld verdienen uit te zijn. Kraus en Georg Olms reproduceerden de laatste jaren veel tijdschriftreeksen en boekwer- | |
[pagina 49]
| |
ken zonder enige toelichting. De reprint van het befaamde Das Kuriositäten-Kabinett van Emil Szittya (oorspronkelijk verschenen ‘im See-Verlag Konstanz 1923’) behoeft na meer dan een halve eeuw zeker een klein woordje achteraf over de eigenaardige geschiedenis van dit boek en zijn schrijver. Hetzelfde geldt voor de fotonadruk van C.F. Gessners beroemde drukkershandboek. In 1740 verscheen bij de drukkerij-uitgeverij van de schrijver zijn Die so nöthige als nützliche Buchdruckkunst und Schriftgiesserey. Dit boek werd fotografisch opnieuw uitgegeven - met enkele bijlagen uit de tijd van het origineel - door Schlütersche Verlagsanstalt und Druckerei - GmbH & Co. -, Hannover in 1981. Dit buitengewoon technische en niet zelden voor moderne drukkers onbegrijpelijke geschrift dat honderden bladzijden telt (de nieuwe uitgave bestaat uit twee forse delen) werd in het eerste voorzien van een nawoord, groot veertien bladzijden. Dat is te weinig en dat geeft nawoordschrijver Henning Wendland zelfs toe. Waarom niet een boekje erbij geschreven en gedrukt met voldoende toelichtingen? Het commentaar opnemen in de integrale reprint verstoort bijna altijd het beeld van hoe het origineel er heeft uitgezien. Een aardig voorbeeld van hoe het wel kan, was bijna de herdruk van de Luther-bijbel (1545, 1544) door Rogner & Bernhard (München 1972). Weliswaar was hier niet eens sprake van een fotonadruk maar van een zo getrouw mogelijke weergave, met moderne typografische middelen, doch toch kwam het bijbehorend commentaar Anhang und Dokumente in een apart boekje van 245 bladzijden. Des te vreemder is het dat het eerste deel van het commentaar wèl in het eerste deel werd meegebonden! En zo kan er veel kritiek en klacht neergeschreven worden over de reprint-industrie. Waarbij ik de fotokopieer-rage van kleine, snel opkomende en ook weer spoedig verdwijnende roofdrukkerijtjesGa naar eindnoot6 en de woekerprijzen van Kraus, Olms etcetera maar vergeet. Over de prijzen van de laatsten nog dit: het antiquariaat heeft recent de gewoonte om de prijs van het ori- | |
[pagina 50]
| |
gineel te laten afhangen van de prijs van de reprint! Men komt daardoor voor vreemde prijzen te staan; zoals reeds vermeld zijn de reprints dikwijls ten onrechte veel duurder dan het (nog gemakkelijk te verkrijgen) origineel. | |
EckermannHet werk van Johann Peter Eckermann (1792-1854) is slecht bekend. Iedereen weet dat hij ‘het beste Duitse boek’, Gespräche mit Goethe in den letzten Jahren seines Lebens (deel I, II 1836; III 1848)Ga naar eindnoot7 schreef. Enkele kenners weten ook dat hij Beyträge zur Poesie mit besonderer Hinweisung auf Goethe publiceerde (‘Stuttgard: Cottaische Buchh. 1824’). Dit werk dat met steun van Goethe bij Cotta kon verschijnen is buitenmate zeldzaam. Zeer zelden komt men het in (veiling-)catalogi tegen. Bij mijn weten is er geen reprint van verschenen. Wel een nogal slordige herdruk in de vreemdsoortige bloemlezing uit Eckermanns werk (Volksverband der Bücherfreunde / Wegweiser-Verlag GmbH, Berlin o.J.).Ga naar eindnoot8 Toch zouden de Beyträge een herdruk of reprint verdienen. Staan zij immers niet mede aan de basis van een van de meest invoedrijke literaire vriendschappen die de wereldliteratuur kent? Zeggen dat de Beyträge ‘toch eigenlijk weinig voorstellen’ is bijna altijd eerder napraterij dan kennis verworven uit de lectuur van dit onvindbare geschrift. De Beyträge zijn een eerste poging tot systematisch onderzoek naar de poëzie van Goethe. Het is een hele vroege vorm van ‘literair-historisch’ onderzoek. Het algemeen verbreide idee dat Eckermann een domme naprater van Goethe zou zijn, een papegaai, wordt na de lectuur van de Beyträge, zeker ten dele, teniet gedaan. Toch zijn de Beyträge niet Eckermanns debuut. Dat verscheen in 1821. Het is een boekje met gedichten en heet dan ook Gedichte. Het telt 186 bladzijden plus acht bladzijden, gevuld met intekenaren. De meeste intekenaren waren medestudenten van Eckermann in Göttingen of bekenden uit zijn geboortestreek. Het boekje verscheen in eigen beheer. Op 25 augustus 1821 stuurde Eckermann zijn debuut aan Goethe. Ter gelegenheid van de tweeënzeventigste verjaardag | |
[pagina 51]
| |
van de oude bard (28 augustus). Hij vroeg Goethe's mening omtrent zijn dichtkunst, die - en dat moet toegegeven worden -een derderangs Goetheske pastiche is. Goethe reageert niet. Dat het Eckermann twee jaar later wel zou lukken het met Goethe aan te leggen - en hoe! - kan men elders lezenGa naar eindnoot9. ‘Wie Eckermann zu Goethe kam’ blijft een van de fascinerendste hoofdstukken uit de Duitse letterkundige geschiedenis. In Goethe's particuliere en nog integraal bestaande bibliotheek te Weimar (catalogus: Goethes Bibliothek, bearbeiter der Ausgabe Hans Ruppert, Weimar 1958, Fotomechanischer Neudruck der Originalausgabe Leipzig 1978; in licensie óók bij Verlag Dokumentation Saur kg, München 1978Ga naar eindnoot10) Staat het dunne boekje Gedichte. Goethe tekende de ontvangst ervan aan in zijn Bücher-vermehrungslist (september 1821). In deze lijst Staat als commentaar bij het nieuw-verworven boekje: ‘Van de schrijver’. Ik heb het in Weimar eenmaal in handen mogen houden. De opdracht die ik toen las geeft iets tè nederig: ‘Sr. Excellenz dem Herrn Grossherzoglich Weimarischen Minister und Geheimen Rath W. v. Goethe p.p.p. möchte der Verfasser durch Ueberreichung dieser seiner Gedichte hohe Verehrung, Liebe und Dank entgegenbringen, in dem Sinn und Verhältniss wie ein Schüler gegen seinen hohen Meister solche Gefühle hegt, wenn er ihm etwas bringt, das er nach dessen Vorbilde vollendet hat und wovon er glaubt, dass es dem Hohen einige Freude machen werde.’ Of het boekje Goethe plezier heeft gedaan is niet of nauwelijks bekend. Goethe heeft het nimmer besproken en er zich slechts zijdelings, mondeling, over uitgelaten. Toen ik Gedichte in Weimar in handen hield, ging er een hevige trilling door mij heen. Grotendeels aan dit werkje hebben wij die onvoorstelbare literaire relatie Goethe-Eckermann te danken. Voor zover mij bekend is Gedichte niet herdrukt (Eckermanns tweede, en laatste, dichtbundel die in 1838, dus na Goethe's dood, verscheen droeg ook de titel Gedichte) en niet fotomechanisch gereprint. In de schaarse Eckermann-herdrukken worden zij gemeden, zelfs bij Tewes die nimmer aan een tweede deel Eckermann Nachlass toekwamGa naar eindnoot11. | |
[pagina 52]
| |
Gedichte is letterkundig-historisch gezien Eckermanns belangrijkste boek. Om terug te komen op eerdere opmerkingen in dit artikel: dit boek is zeldzamer dan de eerste druk van Weither of Die Wahlverwandtschaften. Er is daar een eenvoudige verklaring voor. Eckermanns gedichten hebben nooit en nergens enthousiasme opgeroepen. Toen Eckermann beroemd was geworden - en dat gebeurde pas aan het einde van de vorige eeuw vooral onder aanvoering van Nietzsche - waren de vrienden en familieleden van Eckermann reeds lang gestorven. De plichtmatige intekenaren uit 1821 moeten het werkje op een gegeven moment weggegooid hebben. Van de driehonderdvijftig gedrukte exemplaren zullen er misschien enige tientallen bewaard zijn gebleven maar hoogst waarschijnlijk bestaat er nog siechts een tiental. In grote en erkende Goethecollecties komt men het uiterst zelden tegen; op veilingcatalogi of de vrije markt (bijkans) nooit. Eckermanns Gedichte zou een reprint-met-commentaardeeltje verdienen.Ga naar eindnoot12 | |
Glück des Glaubens‘Glück des Glaubens’ luidt de titel van het ‘Epistel’ in Eckermann Gedichte (bladzijde 139 e.v.). Ik heb nooit in het geluk geloofd dat mij in het bezit zou stellen van Eckermann Gedichte uit 1821. Maar, zoals hierboven geschreven: de echte boekenvriend verwerft zich uiteindelijk alles dat hij bezitten wil. Op 29 november 1983, de namiddag schemert reeds, vraagt een antiquaar of ik dit al heb. Ik roep uit: ‘Hoe zou ik dát kunnen hebben!’ Voor een prijs waarvoor men tegenwoordig twee zwartwitkleinbeeldteevees kan kopen, verwerf ik mij J.P. Eckermann Gedichte (1821)Ga naar eindnoot13. Ik ben niet in Staat het geluksmoment te beschrijven. Om dat te kunnen moet men waarschijnlijk literator zijn. In een eigentijds bandje (dat wil zeggen 1822 of 1823) krijg ik het bezit over een boekje waar ik al sedert jaar en dag - zolang als ik denk iets van Goethe c.s. te weten - niet naar zoek. Ik zou wel kunnen gaan zoeken naar het handschrift van Werther (dat al sedert Goethe's levensdagen niet meer bestaat) of een tweede exemplaar van Goethe's | |
[pagina 53]
| |
geboorteaankondiging (waarvan er maar één bestaat). En dan zit je thuis: met bijna onleesbaar-slechte gedichten, gevlekt papier en een fles Champagne. Die laatste heb ik erbij gekocht. Hij kostte ééntwaalfde deel van het Eckermannse boekje. De internationaal georiënteerde antiquaar vertelde dat de prijs zo laag was (het werd in de brd aangekocht) omdat er niemand op bood. De antiquaar: ‘Ik dacht dat ik het misschien wel fout zou hebben, dat het een boekje van een andere Eckermann zou zijn. Vooral toen er een beroemde Duitse bieder na afloop van de veiling aan mij vroeg wie die Eckermann dan wel was. Hij meende dat het toch niet die Eckermannvan-Goethe zou zijn... die had toch geen gedichten geschreven, die Eckermann van de Gespräche...?’ De antiquaar ging, zo vertelde hij mij, zelf twijfelen aan zijn aankoop. Zou het écht wel van de échte Eckermann zijn? Het is en was van de echte Eckermann. Geen nadruk, geen slimme vervalsing, geen miskoop. Het is ook niet van die enige, andere Eckermann met een beetje naam Karl Eckermann. Johann Peters zoon die schilderde. Naar een schilderij van | |
[pagina 54]
| |
Karl zoek ik ook al jaren. Die zijn nog slechter dan Eckermanns gedichten. En daarom zal ik niet rusten voordat ik een doek van Karl aan de muur heb hangen.Ga naar eindnoot14 De lezer wil inmiddels begrijpen dat ik mij met hand en tand verzet tegen een fotomechanische nadruk, reprint, herdruk, facsimilè-editie of wat anders dan ook van Eckermanns gedichten. Wat zeldzaam is moet zeldzaam blijven. Ik heb voor het even dát moment gekend van een dolgelukkige boekenvriend. Mijn volgende project als beroepsdesperado is de verwerving van Goethe's eerste liefdesbrief aan Ulrike von Levetzow. Lukt ook nooit. |
|