De oprechte Zandvoorder speel-wagen
(1780)–Anoniem Opregte Zandvoorder speelwagen, De– AuteursrechtvrijStem: Courante la Reyne.
SAl dan mijn Minnares,
My nimmer uyt-komst geven?
So valt my dit leven
Seecker al suer:
Helas! dit minnen staet my veel te duer; Sal dan noch mijn stantvastigh hert?
Dat so vaeck aen haer op-geoffert wert
Van haer verdruckt zijn,
En staegh verruckt zijn,
Door de droeve smert.
| |
[pagina 89]
| |
Helaes! hoe kan mijn ziel,
Dees duldeloose plagen,
Och soo langh verdragen?
Ha! groote Goon!
Krijgt dan een trouwe minnaer sulck een loon;
Zijn dit de vruchten van de min?
En heeft het minnen dan noch zotheyt in?
So moet ik zot zijn,
Of al te bot zijn,
Dat ick het begin.
Maer laes! al wat ick doe,
Nochtans kan ick het minnen,
Nimmermeer verwinnen,
Al wat ick tracht;
Haer schoonheyt heeft op my te grote magt
Schoon dat sy haer afkeerigh toont,
En dat de strafheyt haere ziel bewoont;
Soo is 't mijn goetheyt
Maer geen verwoetheyt,
Die haer steets verschoont.
't Zijn haer bevalligheden,
En lonckjes van haer oogen,
Die so veel vermogen
Kreegen op mijn ziel,
Dat ik voor haer volmaektheyt neder viel:
Ick min, schoon dat sy my verlate
Ick hoop haer sinnen
Hier door te winnen,
En haer stuers gelaet.
Ick acht mijn leven niet,
So ick haer gunst moet derven,
Liever wil ick sterven, Als dat ick souw,
Mijn tijd verslijten in so groten rouw:
Helaes! 't is een ellendig hert,
Dat met geen weder-min begunstigt wert:
Want trouw te minnen En niets te winnen,
Is een groote smert.
|
|