De oprechte Zandvoorder speel-wagen
(1780)–Anoniem Opregte Zandvoorder speelwagen, De– AuteursrechtvrijStem: Als 't begint.
TE Vlissingen leyt een Iacht bereyt,
Om na Oost-Indien te varen,
Daer op so rust een Cupido,
En speelt op zijn vergulde snaren.
O Cupido kleyn venus wicht!
Hoe klincken u vergulde snaren,
Sy zijn gekrult in haren schoot,
Hoe genoeglijk is 't daer in te varen.
De eerste maegt die daer na vraegt,
My docht ick sagh de duynen blinken,
Het was het Eylant van de vrouw;
Van vreugde dede mijn jong hert sinken.
Wat mach het voor een Eylandt zijn?
Wat mach het voor een Eylandt wesen?
Het was een Eylandt van de vrouw,
Dat door de minnaer wiert gepresen.
De mane die scheen, de son verdween,
Het zijn de sterren die ons lichten,
De mast aen stucken de spriet aen twee,
En noch en wilden wy niet zwichten.
Aen de Caep hoort en wilt verstaen,
Daer de meysjes dagelijcks verkeren:
Al in het huys de blaeuwe haen,
Daer de wijse dagelijcks converseren.
Als wy dan komen in 't Indies Lant,
Hoe lustigh willen wy dan ageren:
Des morgens te vry buyten gaen,
| |
[pagina 45]
| |
Tegen de Zwarte schermutseren.
Als wy dan komen in't Vaderlant,
Hoe lustig willen wy dan zwieren,
Des morgens in de Brandewijn,
En dag'lijcks in goede bieren.
Adieu gy Utrechtse meysjes al,
En wilt dit Liedtjen wel gedencken,
Maer wy scheyden noch niet van hier,
Een glaesjen willen wy eerst drincken.
|
|