De oprechte Zandvoorder speel-wagen
(1780)–Anoniem Opregte Zandvoorder speelwagen, De– AuteursrechtvrijStem: Lestmael gingh ick ter jacht.
Jonghman.
WEl dus bedroeft Ionckvrouw,
Mijn Liefste lief verheven;
Waer toe so grooten rouw,
In 't bloeyen van u leven?
Hoe komt dat men u oogen siet,
Met traentjes nat, door groot verdriet,
Wat leet is u geschiet?
Dochter.
Ionghman vraeght gy noch dat,
Wat leedt dat my komt quellen,
Gy vraeght na 't kundigh padt,
Als veel loose gesellen:
Of gy my schoon voor oogen vleyt,
Gy hebt acht mijn rugh geseyt,
Ick spotte met de Meyt.
Jonghman.
Ionckvrouw dat 's klapperny,
Mijn hert dat is geloogen,
Mijn lief gelooft doch mij,
Wilt u traentjes af droogen:
Mijn komst geschiet op trouw en eer,
Gelooft de klappers nimmermeer,
Die ons benijden seer.
| |
[pagina 13]
| |
Dochter.
Ionghman uw woorden soet,
Ontraden my het sorgen:
Dochter of uw hert is goet,
Dat is voor my verborgen;
Doch so gy my bemint Ionghman,
So toon daer een merck-teeken van,
Ick ben te vreeden dan.
Jonghman.
Om dat gy brave vrouw,
Niet meer behoeft te vreesen,
Moet gy van mijne Trouw,
Terstont verseeckert weesen:
Daer is mijn hant mijn Lief, mijn lust,
Op trouw wort gy van mijn gekust,
Mijn Engel zijt gerust.
Dochter.
Ionghman nu is mijn hert,
Van alle druck ontslagen,
Ick ben bevrijdt van smert,
Adieu bedroefde dagen:
Al wat voor desen is geschiet,
Dat ick uyt liefde u toe liet,
En roert de klappers niet.
|
|