De Oostindische thee-boom
(1767)–Anoniem Oostindische thee-boom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
Op de Wijs: Zo de Zanger zingt.
LUystert eens wat ik zal zingen,
Hoord Mannen hoord,
Geen oud maar nieuwe dingen:
Dat ik u verhalen zal,
Ik hou van geen vreemd geval;
Over het Weyden van een Koe,
Laat het Beest maar Weyden
Het Weyde komt hem toe.
Groote Osse-koppen,
Hoord Mannen hoord,
Groote Osse-koppen,
Wild daar niet om Iokken;
't Komt alles van de Koe,
Laat het Beest maar Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat maakt men van de Hoorens,
Hoord Manne hoord,
Lampen en Lantoorens;
Daar men over de Straat mee gaat
's Morgens vroeg en 's Avonds laat,
't Komt alles van de Koe,
Laat het Beest maar Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat maakt men van de Huyden,
Hoord Manne hoord,
Schoentjes voor jonge luyden
Daar men me op de Kamer sprinkt,
Daar 't Viooltje helder klinkt;
't Kom alles van de Koe,
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat maakt men van de Beene,
Hoord Manne hoord,
Vierkanten Dobbel-steenen
Die met op de Tafel smeyt,
Daar zo menigen Vrouw op schreyd,
't komt alles van de koe,
Laat het Beest maar Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
| |
[pagina 27]
| |
Wat maakt men van de Penssen,
Hoord Manne hoord,
't Is spijs voor alle Menssen
Die men op de Tafel zet,
Daar zo menige Mof van vret;
't Komt alles van de Koe,
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat maakt men van de Darmen,
Hoord Manne hoord,
Beulingen als armen,
Die men op de Tafel zet,
Daar zo menige Boer van vret;
't Komt alles van de Koe,
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat maakt men van de Poten,
Hoord Manne hoord,
Lings en regtze Koten,
Die men op Straten smeyd:
Den een leyd stoof de ander scheyd,
't Komt alles van de Koe,
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Wat trekt men uyt de Spouwe,
Hoord Manne hoord,
Zoete Melk voor de Vrouwe,
Die men voor d'Kinders geeft,
Daar 't Schaapje dan van leeft,
't Komt alles van de Koe;
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
Al die dat Liedje heeft gedigt,
Hoord Manne hoord;
't Was een Boer zijn Hoofd was ligt:
Door het Bier en Brandewijn,
Hy dogt het zou dan beter zijn;
Over 't Weyde van de Koe,
Laat het Beesje Weyde,
Het Weyde komt hem toe.
|
|