De Oostindische thee-boom
(1767)–Anoniem Oostindische thee-boom, De– AuteursrechtvrijStem: Que vous Trompette.
ZA Bachus Kinderen
Gy die de koelen Wijn bemind,
Laat u niet hinderen
Van Venus-kind,
't Is een verleyder vol fenijn,
Houd u van Bachus liever in d'Wijn;
Die doet verminderen
Alle druk en pijn.
Een Venus-Ionker
Die naar de Meyd uyt Vryen gaat;
Loopt als een pronker,
Over de straat,
Ziet eens hoe hy zijn leden dwingt,
En wel in twintig bogten wringt
Voor zijn Lief in donker
Een Obaede zingt.
Onze keel wy laven,
En zingen by de Wijn,
Wy noyt geen slaven
Van de Meysjes zijn,
Wy en willen voor geen Venus-pop,
Nemen den Hoed van onzen kop,
Liever begraven
In het Druyve-zop.
Wild eens bespeuren
Hoe de Vryers voor de Spiegel staan,
Somteyds drie uuren
Eer 't wel zal gaan,
Hy kruld en Poejerd naar den zin,
Eer hy druft gaan by zijn Vriendin,
Wat al zotte kuurren
Heeft het Vryen in.
Schoon dat met lappen,
Ons Kleeren zijn geheel versteld,
De Waard zal tappen,
Hebben wy maar Geld:
Gy drinkt de Wijn zo veel gy meugt
't Is Bachus die ons hert verheugt,
| |
[pagina 23]
| |
Laat de Menschen klappen,
't Is ons meeste vreugd.
Die gaat uyt Minnen,
Moet liegen dat hem 't Herte kraakt,
Tot zijn Vriendinne
In 't net is geraakt,
Hy roemt op Rijkdom Eer en Goed
Al is hy maar een armen bloed,
Aldus moet hy winnen,
Zijn Beminde zoet.
Bachus Gezellen,
Die en behoeven geen bedrog,
Om te vertellen
Hun eygen lof,
Maar pryzen Bachus en de Wijn,
De Drank diend hem voor Medicijn,
Wy ons noyt en kwellen,
Alsw' aan 't drinken zijn.
Wild eens bespeuren,
Hoe bleek dat Venus Ionkers gaan,
't Scheynd dat zy treuren,
Alsm' hem ziet staan,
Zy doen zo menig droevig Nagt,
Zomteyds aan een die hun veragt,
Voor hun liefstens Deuren,
Tot den Midder-nagt.
Bachus Volk zingen,
Vergeeten alle tegenspoed,
Danssen en springen
Met een bly gemoed,
Zy pryzen Bachus en zijn Nat,
Waar van dat zy haar drinken zat,
Geen zoeter dingen
Als 't Druyve-vat.
|
|