Onze Stam. Jaargang 1913
(1913)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAan Nelly. | |
[pagina 159]
| |
Die struiken in 't dal, hoe weerspannig ze waren
rond 't heiligste - juist van óns heiligdom?!
Waar zag je een pad ooit, zóó tergend-vol blâren,
zóó smal, zóó verborgen, zóó hellend, zóó krom?!
Dat meertje, wat lag het koel, doodsch en verlaten,
zwart-glinsterend, diep in dat kleine ravijn!
Hoe schalde ons zingen daar jong-uitgelaten;
ruig dreunend mijn basstem; jouw keeltje hel-rein!
Doorleef je, als ik nog, die heerlijke uren,
verloren in droomen vol zaligheid?
Zij mochten, helaas! geen leven-lang duren...
Maar dénk je nog, lief, aan dien kostlijken tijd?
(Plekjes in de Apeldoornsche Sprengen en Soerensche bosschen).
J. Olivier-Verhaar.
|
|