Onze Stam. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] De Oogst. I. De landman heeft eens 't zaad gezaaid op 't akkerland Het zaadje zwol en schoot zijn priemken in de lucht; Het groeide omhoog en d'halm kwam, die onbeducht In baren wiegewaagt, geslingerd t'allen kant. Daar kwam d'Augustizon in lichtelaaie brand, En halm en aar werd geel; in 't kaf spokt nieuwe vrucht. De landam kent dit kleur en 't spokken van 't gerucht. 't Wordt Oogst! 't is Oogst! zegt hij... en grijpt de pikke in d'hand ...................... 't Is lange reeds geleên, dat men het zaad eens zaaide Der Vlaamsche Hoogeschool. Het groeide in dorre gronden; Doch 't pijltje schoot omhoog... en, veel verwonderd stonden, Dat 't reeds zoo rijpe werd en dat de zon zoo laaide... Maar 't klonk ten allen kant voor die het teeken kenden: De Oogst, de Oogst is dààr; men moet den pikker zenden. II. Sta op, o Vlaamsche Volk, zoo lang terneêr getreden, Schud af den diepen slaap, die loodzwaar op U ligt, Een helder bake blinkt, die nu uw' stappen richt Waar welstand, weelde en eer zal volgen op uw treden. Sta op, o Vlaamsche Volk, den laatsten strijd gestreden, Den zwaarsten ook... Sta op! In 't Oosten daagt het licht! Sta op! de vijand reeds voor uwe slagen zwicht; Vooruit voor recht en taal, lijk in het groot verleden!... Vooruit! o Vlaamsche Volk, naar hooger kunde en kennen, Aan hooger geestesspijs zal U uw taal gewennen... Uw volk bekomt weêrom zijn schrandre veerdigheid. [pagina 224] [p. 224] In wetenschap, in kunst bloeit het omhoog, in top. De Vlaamsche Leeuw verheft ter zegepraal zijn kop, Want 't onrecht stort ter neêr voor u, Rechtveerdigheid! Dr Hillemans. Vorige Volgende