Onze Stam. Jaargang 1911
(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Kunst- en Letternieuws.Vlaanderen's Kunstdagwas zondag 18n Juli, een merkwaardige datum; niet zoozeer om de puike en theatrale redevoeringen over eigen Schoon door Dr. Max Rooses, Dr Persyn, Dr Maurits Sabbe en Pol de Mont; ook niet om de zeer flinke rede van Volksvertegenwoordiger L. Franck, gehouden op het St Baafsplein, maar om het grootsch vertoon van Vlaamsche krachten, die dreunend galmden en gonsden door de Arteveldestad en luide uitschreeuwden: WIJ WILLEN EENE VLAAMSCHE HOOGESCHOOL!! Daartegenover is de geschreven redevoering van burgemeester Braun, getuigend van veel goeden wille, al weinig, maar ze beduidt toch, dat Gent's eerste magistraat niet langer den eisch der Vlaamsche Maagd terug in de borst duwt. O daarbuiten, daarbuiten was het groote feit, de optocht van vijftig duizend zelfbewuste Vlamingen, waarop we met bewondering staarden, in gezellig samenzijn met Raf. Verhulst, Th. Van Hauwermeiren, Gust. D'Hondt, P. De Nys en E. De Backer, die onze aandacht trokken op den schilderachtigen tros Vlaamsche standaarden vonkelend als zonnegoud, naast den afschaduwenden toren van het Belfort en het adeloude steegebouw. Het Volk, voorgelicht door zijne leiders en kunstenaars, zal eerstdaags de burgerij doen Vlaamsch worden en van haar eene maatschappelijke kracht maken, die zal juister en rechtvaardiger oordeelen over personen en toestanden, en eindelijk dat lezend en denkend publiek schenken, welk we nu niet bezitten en op wiens algemeen stemrecht of oordeel we geen beroep kunnen doen, zoolang het onmondig blijft en verkeerd wordt ingelicht door uitbuiters en uitbaters van de schoonste zielsverzuchtingen eener natie. Daarom: Leve, leve de Vlaamsche Hoogeschool! F.V. | |
De beste monografieof plaatsbeschrijving werd geleverd door eere-inspecteur P.-J. Maas. Is dit wellicht de reden, waarom de jonge geleerde, die over dat punt aan het woord komt, in het nieuw deel van het Victor de Hoonfonds, het prachtige werk over Neeroeteren verzwijgt? Het Athenaeum te Gent telt eene mooie verzameling partijdige beoordeelaars, wien we aanbevelen: | |
[pagina 142]
| |
Extrait du Bulletin bibliographique et Pédagogiqve du Musée Belge:
| |
Extrait de la Revue de l'Université de Bruxelles, Mars-Avril 1907:Travailleur infatigable, M. Maas n'a pas hésité à s'imposer un sacrifice de temps considérable pour mener à bonne fin l'histoire de son village natal. Il a puisé directement aux sources, et les a, en général, bien et méthodiquement utilisées. Aussi, sa monographie se distingue par une richesse d'information extraordinaire. Sans doute, on pourrait lui reprocher de s'attarder trop longtemps aux périodes préhistorique, romaine et franque, on pourrait souhaiter de voir le livre s'ouvrir aux premiers commencements de Neeroeteren, et, quant à nous, nous confessons volontiers que nous n'aurions vu aucun inconvénient à ce que l'auteur adoptât un système de plus grande concision et surtout se maintint scrupuleusement dans un rapport direct et constant avec son sujet. N'oublions pas toutefois, que M. Maas, | |
[pagina 143]
| |
comme il le déclare lui-même dans sa préface, entend écrire non pas précisément pour des historiens consommés dans l'histoire du pays, mais pour des lecteurs d'une culture moyenne. Dès lors son désir d'entourer l'histoire de son village d'un large cadre de renseignements généraux se trouve justifié, et maint lecteur se dira: Abondance de bien ne nuit pas. Modeste village, etc. (Suit une courte analyse). Toute cette histoire de Neeroeteren est présentée avec simplicité et intérêt. Plusieurs plans, plusieurs reproductions de monnaies, plusieurs vues de sites, ajoutent encore à cet intérêt. En annexe, nous trouvons une trentaine de pièces justificatives inédites, ainsi qu'un registre des noms et des faits principaux, destiné à nous guider facilement à travers les deux volumes de cette importante monographie. Bref, M. Maas a fait oeuvre utile et bonne. Nous l'en félicitons de tout coeur.
G. Des Marez. | |
René Declercq: Toortsen. Ingeleid door Alfons Sevens.‘Toortsen’ is geschreven in den stijl van Juvenalis [bij de] [...] [, en] Wazenaar bij de Nederlanders. Deze lichten zijn 60 gedichten van 16 verzen, met eene inleiding getiteld ‘Nachtronde’ en een slot, ‘Zonnegang’. De dichter wordt verondersteld uit zijn dorp terug te keeren en eene nachtronde te doen in stad, waar veel onwetendheid, ongezondheid, overwerk, taalverachting en nog veel andere vooroordeelen heerschen. In de Toortse ‘Kom bij, mensch’, waarin hij voorspelt dat hij den arbeider zijn gevoel van eigenwaarde zal aanleeren, zijn gedicht ‘Aan mijne Moeder’, en het vers ‘Wat wappert ge nijdig’, waar hij als de schoonste vlag de kroon van een boom begroet, is de schrijver merkwaardig. De vorm van ‘Toortsen’ is fel gekleurd, de taal is zeer gespierd, en de opmerkingen gemaakt over het wegvallen van uitgangen en andere te groote vrijhedenGa naar voetnoot(1), mogen niet meer worden gedaan. Alleen schijnt het ons, dat vele gedichtenge maakt werden met het hoofd, niet met het hart. R. De Clercq keert eenigszins terug naar den Maerlant der beste oogenblikken.
F.V. | |
[pagina 144]
| |
In het Kursaal te Oostende. -De concerten, bestuurd door de hh. Rinskopf en Lanciani, worden op bewonderenswaardige wijze gewaardeerd door het wereldburgerlijk publiek. Enkele weken geleden, gaf ‘Het Looze Visschertje’ een concert ten beste, waarop de heer Jef Keurvels de schoonste volksliederen van alle Europeesche volkeren deed ten gehoore brengen. Deze liederen waren veelstemmig bewerkt geworden door P. Benoit's leerling, Jef Keurvels zelven, terwijl de tekst uit het Duitsch, het Engelsch en het Russisch aan onze moedertaal was aangepast geworden door Prof. Van den Weghe. Den 21 Juli greep een nationaal concerto plaats, waarop vooral het ‘Liefdelied’ van Jan Blockx en het ‘Openingstuk’ van P. Gilson, met zijne vele, machtig inwerkende speeltuigen, bewonderd werden. Zondag 23 Juli, heeft de heer Lanciani drie stukken van Oostendsche ingezetenen doen uitvoeren: een werk van Neufcour, een van Lonque, en het openingstuk van ‘Aan de Zeebaden’, door Theo Moreaux. We kunnen niet genoeg drukken op de veelzijdigheid der programmas in het Kursaal te Oostende, die iedereens goedkeuring wegdragen en den heer L. Rinskopf en het Stadsbestuur vereert. P.S. - Den drukker der programmas van de stedelijke commissie des Kursaals werd, o wonder van verdraagzaamheid! de wreedheid gespaard, den naam van den letterkundigen schrijver der ‘Zeebaden’ op het programma te brengen. | |
Naar men ons verzekert,heeft een plaatselijk volksgezind blad, de goede gewoonte verloren, zijne kronieken manmoedig te onderteekenen, en houdt het er eene naamlooze vennootschap op na ‘Black and White’. In dit opzicht was ‘De Zeewacht’ toch oprechter in hare drieste brutaliteit, al gebaart ze nu, dat ze van ons nooit sprak, na de ontvangst van onze terechtwijzing. | |
[pagina 145]
| |
Eene Franschegoed versneden pen schreef: Het Looze Visschertje. - Le concert du soir, mardi dernier, au Kursaal d'Ostende, s'est donné avec le précieux concours de la Chorale des Pêcheurs, dite ‘Het Looze Visschertje’, que l'éminent musicien Jef Keurvels dirige avec tant de dévoûment que de talent... Car c'est une tâche ardue entre toutes celle de mener à la victoire un choeur mixte dont le répertoire, pour plaire, doit être aussi étendu que varié. Le succès fut complet; le directeur et sa pittoresque phalange récoltèrent une ample moisson de bravos. Nous nous faisons encore un devoir de réparer ici une injustice commise par le programme, car rien n'y a révélé la personnalité du délicat poëte, qui assuma la tâche de traduire en flamand le texte des chansons allemandes, anglaises et même russes interprêtées. Ce poète est le professeur Van den Weghe, et il ne faut pas que le public l'ignore, surtout après les attaques dont il a été l'objet récemment de la part d'un petit clan de pourfendeurs, incapables d'un effort artistique sérieux. Pour l'avenir, ne pourrait-on donner au public la satisfaction de voir figurer sur les programmes le poème des chansons exécutées, et même le nom des auteurs? Ce ne serait que justice.
ROM. P.S. La Chorale chanta très habilement plusieurs numéros et non sans le moins de succès, ‘L'Océan’, dont Théo Moreaux fit la belle mélodie.
R. | |
La Mémoire et la Volonté dans l'Étude des Langues. - Osc. Van Slype, lxelles.Deze brochuur is een afdruk uit het tijdschriftje van den kundigen leider van den Elsenschen Teaching-Club. Zij toont aan, dat het volstrekt noodig is, woordenlijsten saam te stellen, ten einde in het geheugen een echten voorraad niet op te hoopen, maar te rangschikken, waaruit dan kan worden opgeroepen als door een vingerdruk op een knop, zoodat het woord slagvaardig opdaagt als een met kennis en tucht gedrild soldaat, maar dan moet ook de leerling willen studeeren, want zonder zijn veerkrachtige medehulp, kan geen uitslag worden bereikt. Deze brochuur kost enkel 0,50 fr. Ze wordt verkocht ten | |
[pagina 146]
| |
voordeele van het Werk der Teringlijders en is te bekomen bij den schrijver, rue du Berger, 2, Eisene.
F.V. | |
Tom in England. - G.H. Camerlynck. - Mme Camerlynck. - Guernier. - G. Roux. - Ed. Albert Dewit, rue royale, 53, Brussel.This book is the continuation of the ‘Boy's own book’, which has met with much success and has even been recommended by the Higher Council of our Board of Education. It is a very nice book, which does not only excel by its clear type, but also by its artistic pictures. It is a guide of transition from the elementary reader to the drier and more commercial language of a new volume in prospect. The style of the lessons is very lively, the choice of the pieces points to the aim of usefulness reached by the authors. Let us hint also at the ‘grammar in a nutshell’, at the sight at bird's eye cast on England, at the most popular songs which at the same time as the rosy cover make of the work a really lovely handbook.
F.V. | |
Als u voor belooning aan de leerlingen een nuttig werk geven wilt, dan is, meenen wij, aan te bevelen: Onze zeilvischsloepen.Beschrijving der Zeilvischsloepen, in gebruik te Oostende, Blankenberghe en De Panne. - Bekroond door de Koninklijke Vlaamsche Academie. Tweede verbeterde en vermeerderde druk, door Frans Blij, ontvanger der Zeevaartrechten 1e klas, te Antwerpen. - Prijs fr. 4,00. Ongeveer 170 illustraties versieren dit werk, dat bestaat uit twee gedeelten, waarvan het eerste zeilvischsloepen beschrijft en het tweede geeft: eene Alphabetische naamlijst van de deelen en onderdeelen der zeilvischsloepen, met verklaring en vertaling van het Nederlandsch in het Fransch, Engelsch en Duitsch. Eene eerste uitgave in 1902 verschenen werd zoo gretig ontvangen, dat ze spoedig geheel was uitverkocht en het herhaald aandringen van bevoegde mannen, tevens de vele aanvullingen die de schrijver meende te moeten doen, brachten hem er toe deze herziene en vermeerderde uitgave in 't licht te geven. Waar de kennis onzer zeelieden nog zoozeer lijdt aan gebrek aan het noodige onderwijs, is dit werk uitmuntend geschikt om de noodzakelijke vakkennis onder de visschersbevolking te verspreiden. 10% Afslag wordt verleend aan onderwijsinrichtingen. |
|