Onze Stam. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Aan eene Vlaamsche Vrouw. Aan Mevr. FR. VAN DEN WEGHE, na hare puike voordracht in ‘Nu voor Later’. Alom op onze aarde Hecht 't kind terecht veel prijs, Ja, de allerhoogste waarde Aan 't ouderwoord zoo wijs! De goede, reine woorden, Vol schoonheid, waarheid, kracht, Die ons als kind bekoorden, Die eere ook 't jong geslacht. Dies heil u, Vlaamsche Vrouwe, Die flink de Vlaamsche jeugd Opleidt in hou en trouwe Aan onzer vaadren deugd. Die vaak in 't nuchter heden Met woorden klaar en goed, Der vaadren grootsch verleden Opvoert voor haar gemoed. Komt van uw trouwe lippen Ons dier'bre taal gevloeid, U meen'ge raad ontglippen, Steeds is het kind geboeid; En leere 't ook aldra Op andre wijze zingen, Niets komt zijn hert zoo na, Kan 't moederwoord verdringen! Wis zal 't in later strijd Die moeder dankbaar wezen, [pagina 77] [p. 77] Herdenkend te allen tijd, Haar, die het leerde lezen... Zoo werktet ge ook in stillen, Vaak in verborgen kring; Toch was uw werken, willen, Wel rijk aan zegening... Dat met haar Vlaamschen broeder, Dat met haar dierbren man, Zoo menig Vlaamsche moeder Saam lezen, spreken kan, Niet slechts van koetjes, kalfjes, Of maar van kleed en woon, Van centen en van halfjes, Maar ook van Kunst en Schoon! Dat zij den gâ verkoren Kon houden in de trouw, Den eed hem eens gezworen, Te deelen vreugd en rouw! En zoo door heel het leven Hem wakker staan ter zij, Dat zij hem is gebleven, Vriendin in poëzij! Eens denkt wel menig vader, Had mij haar schoon bekoord! Wis zijn we elkaar thans nader, Al is dat schoon verstoord! Voorwaar zoo op deze aarde De vorm vergaat, verstijft, Toch 't Woord behoudt zijn waarde, De Geest, de klank, hij blijft... [pagina 78] [p. 78] O mogen dan recht velen Uw voorbeeld volgen schoon, En niet zichzelf verhelen, Hoe zoet kan zijn haar loon! April 1911. Jan Kerels. Vorige Volgende