Onze Stam. Jaargang 1910

[p. 251]

[Nummer 9]

Ruw en Schoon.

Aan Karel Lijbaert.

Gent!

Gent is de stad van het ruwe geweld,
Gent is de stad van den roekloozen kamp,
Wie heeft uw offers, uw helden geteld,
Gent gij zijt groot in den strijd en de ramp.
Meldt ons gij, o witte Kaproenen,
Wat gij offerdet aan bloed,
Zegt ons: wie zijn al die koenen,
Die verpandden have en goed?
Meld ons gij, Van Artevelde,
Wat er klopte in uwe borst,
Vóór 't gepeupel u snood velde
En u laf vermoorden dorst?

Gent is de stad van de lieflijke bloemen,
Gent is de stad van de kleur en den geur,
Wie heeft genoeg hare faam kunnen roemen
En van heur wasdom de heerlijke keur?
Meldt ons gij, o lieve lanen,
Met uw groen en met uw bloei,
Of de diamanten tranen
Paarlend op uw plantengroei
Wel een zanger konden vinden,
Die uw roem zong hoog genoeg,
Wen u zefiers, wen u winden
Streelen komen 's uchtends vroeg...