van een groot wijsgeer, die zegt: ‘Het is aan de wieg, dat men het geheim der grafsteden moet vragen.’
't Is daar, in den kindertuin, dat het jonge zaadje ontkiemt, zich ontwikkelt en op de juiste en vaste baan geleid wordt; 't is daar, dat de reuzenbouw der opvoeding des kinds, naar de wijze inzichten des Scheppers eene wezenlijke onontbeerlijkheid, hare stevige grondvesten ontvangt.
Inderdaad, van al de wezens, die de aarde bewonen, is de mensch alleen tot opvoeding, voor hem eene strenge noodzakelijkheid, bekwaam; hij alleen is voor de samenleving geschapen, van hem alleen is gezegd ‘Het is niet goed dat hij alleen zij’. De dieren brengen in hunne geboorte geheel de noodzakelijke natuurdrift tot hunne behoudenis en aangroeiing mede; het schaap hoeft het lam niet te leeren gaan; nauwelijks is dit laatste geboren, of het huppelt met eene bevalligheid en snelheid, die ons verrukken; en terwijl het kind van honger sterven zou, indien zijne moeder er niet voor zorgde, weet het lam aanstonds, na zijne geboorte, waar het zijn voedsel moet zoeken. Al de dieren zijn heden gelijk zij in het begin der wereld waren: de mensch alleen klimt op of daalt neder, verheft of vernedert zich, volgens het gebruik, dat hij maakt van zijnen vrijen wil, en van de bekwaamheden, welke de Almogende hem geschonken heeft. Want hij brengt in zijne geboorte niets mede dan bekwaamheden van geest, van hart en van aard, die eerst hoedanigheden en later gewoonten moeten worden, bij middel der opvoeding die hem uit de diepten trekt, waarin zij besloten lagen, om ze te ontwikkelen en te versterken, indien zij goed zijn en tot het goede te brengen, indien zij gebrekkig zijn.
't Is in die edele inrichting, de bewaarschool, dat de onderwijzeres de ouders bijstaat, of desnoods vervangt, in de gewichtigste taak huns staats: de lichaamlijke, verstandelijke en zedelijke vorming hunner geliefde telgen. Daar verlost men deze teedere schepselkens van de harde handelwijze eener moeder, die overlast van werk of huiselijke bezigheden hare kleinen, hoe nadeelig ook voor de lichaamlijke ontwikkeling, in eenen hoek of kant, in eene enge verpestende lucht stoot, of vasthecht, en op hunne eerste beweging wat barsche woorden naar het hoofd stuurt; of wel jammerlijk aan de wreede zorgen toevertrouwt van eene botte, onmenschelijke dienstbode, die hen met allerlei mishandelingen bejegent; of ook nog onder